Reis naar Italië

Van Donderdag 20 april tot en met zondag 21 mei 2017

 

Gezicht op Matera

Dag 1. Donderdag 20 april

Van Floirac naar Ruynes en Margeride.  232 km

Vol goede moed zijn we om 09.50 uur vertrokken. Alles was nagekeken en gerepareerd wat stuk was. Zelfs de ramen aan de voorkant hadden een beurt gehad, goed zicht overal, heel belangrijk.

De route van Dag 1

Eerst maar eens de laatste boodschappen en op naar St. Céré. Hier begon al meteen onze eerste omleiding. We wilden via Sousceyrac naar Aurillac maar troffen daar de eerste Route Barré. We kozen de weg naar Lacapelle Marival en dat bleek de verkeerde keuze te zijn, omdat wij niet naar het zuiden moesten maar naar het Noordoosten. Bij Leyme hebben we de sprong gewaagd om via een hele kleine tussenweg Latronquiere aan te houden. Poeh dat was wel heel smal. Dit was een heel stuk omrijden maar erg mooi. Bij Roumégoux hebben we de weg naar Aurillac weer gevonden. Dwars door Aurillac richting Murat en St. Flour, maar eerst even een pauze. We hadden al veel tijd verloren, maar een korte pauze moet toch kunnen. Als man doe je een plasje buiten, maar dat zag ik mezelf niet meteen doen. We hadden de cassette van het toilet van een nieuw rubber voorzien en voordat ik deze ging gebruiken heb ik hem eerst geprobeerd. Noem het toeval, maar ik kwam tot de ontdekking dat er geen beweging zat in de schuif van de cassette, niet linksom, niet rechtsom en ik deed het bijna in mijn broek. Er zat niets anders op dan buiten een plekje te zoeken.

Hoe je het ook wendt of keert, er is altijd wel wat op een eerste vakantiedag, hoe goed je voorbereiding ook was. Eerst maar even eten en koffie drinken. Er zat niks anders op dan teruggaan naar Aurillac, Er bleek hier maar één camperzaak te zijn in de hele omgeving ± 30 km terug. Bij het in- en uitduwen van de cassette was deze ook nog stuk gegaan. Er moest dus een nieuwe komen. Ook een wieldop hebben we meteen laten vervangen en die bleek naderhand ook nog stuk te zijn. Bij het afrekenen voelden we ons wel behoorlijk getild. Samen waren we 295,= € kwijt. Goed, we zijn geholpen en hebben weer een toilet en gaan voor de tweede keer op weg richting Aurillac.

Ruim na 16.00 uur passeerden we ons eetplekje en hebben nog even gezwaaid naar ons buitenplasje.

De tunnel du Lorian (1172 m).

Landschap tussen Murat en St. Flour.

Aire de Camping Car

Ruynes en Margeride

GPS: 45.001040  E03.223700

Van Murat op St.Flour en daarna richting Le Puy en Velay. Wat Guusje (onze navigator) mankeerde is mij een raadsel, maar ze stuurde ons de A75 op. Gelukkig konden we er na 5 km  weer af, maar dat was niet helemaal de bedoeling. Tot onze schrik ook hier een Route Barré en konden we weer terug naar St.Flour. Gelukkig zijn we niet zo afhankelijk van Guusje en kon ik nog wel een beetje kaart lezen. Ik vond snel een witte tussenweg om zo op een andere weg te komen richting Le Puy. Om 18.00 uur vonden we het welletjes voor vandaag en reden we zo de camperplaats op in Ruynes-en-Margeride en hebben ons daar geïnstalleerd.

Het was al met al een enerverende dag. Prachtig weer, maar met een ijskoude noorden wind. We staan hier prima op een hoogte van ruim 1300 m. Ben benieuwd hoe koud het wordt vannacht. We gokken er op dat de kachel ons niet in de steek laat. Het is de eerste keer dat we dat ding gaan gebruiken. De meegenomen, zelfgemaakte Limoncello zal wel smaken.

Dag 2. Vrijdag 21 april

Van  Ruynes-en-Margeride naar Le Lauzet Ubaye. 351 km

De route van Dag 2

Om 21.30 uur naar bed en om 07.30 uur er weer uit na een heerlijk nachtje. Dankzij de kachel hebben we het niet koud gehad, maar geloof het of niet het was -100 vannacht. Joop had inmiddels brood gehaald en zag het bij de plaatselijke apotheek in het dorp. Als we die kachel toch niet gehad hadden, dan waren wij bevroren, maar ook ons water was weggelopen door de vorst.

Om 08.30 uur op pad. Zo vroeg zijn we nog nooit weggegaan. We reden door een schitterend gebied, La Route de Margeride over een hoogte van 1000-1300 m en hebben 3 departementen gehad binnen 30 km. Cantal, Lozère en Haute Rhône. Op de weg naar Le Puy-en- Velay kwamen we menige wandelaars tegen op pad naar Santiago de Compostella. Overal bordjes met overstekende wandelaars. In Saugues zelfs een hele groep die daar de nacht hadden doorgebracht. Na Saugues kwam een heel mooi stukje waar de rivier de Allier een prachtige kloof had uitgesleten.

Dwars door Le Puy richting St. Agrève en Lamastre. Dit was een grote doorgaande weg maar wel mooi en erg rustig. Lamastre zou onze eerste overnachtingsplaats zijn geweest maar we waren vroeg dus reden we verder. Crest was de volgende plaats en Guusje vond dat wij een heel andere weg moesten nemen en zo hebben we Valence en zijn drukte mooi kunnen omzeilen. Goed van Guusje deze keer. Joop helemaal in z’n element met al die kleinere wegen. Omdat we de Rhône moesten oversteken moesten we toch  een keer aan de grotere wegen geloven, Bij La Voulte eerst het kanaal en daarna de rivier over, onder de autobaan A7 door en bij Livron stuitten we dan toch weer op een Route Barré richting Crest. Er zat niks anders op dan toch de grote weg te nemen naar Crest, Die en Gap. Inmiddels zijn we in het departement Drôme en volgen de D93 langs de rivier de Drôme. Om ons heen zijn flinke joekels maar de weg slingert zich er prachtig om heen. Bij de Col de Cabre (1180) hebben we nog flink moeten klimmen en dalen, maar de weg was goed. Inmiddels was het bijna 16.00 uur en Joop zei dat hij nog wel even door kon rijden. Bij Gap heb ik Le Lauzet Ubaye ingetikt en tot mijn grote verbazing bleek dat veel minder km’s te zijn dan ik had uitgerekend middels de kaart. Had Guusje toch weer voor een verrassing gezorgd. Zo’n 6 km vóór Gap moesten we ineens rechtsaf en via binnen weggetjes zijn we helemaal om Gap heengereden. Ja, die Guusje kon er wat van! Soms is het handig om wel naar Guusje te luisteren.

Bij Tallard, op de weg naar Barcelonette doemden ineens borden op met de mededeling dat er verschillende Cols dicht waren. De Col de Larche gelukkig niet, maar de weg naar Barcelonette wel. Ik hoopte dat er vaker borden zouden volgen want zo snel kon ik deze niet lezen. Net vóór de camperplaats in Le Lauzet Ubaye stond het bord met de wegafsluiting richting Barcelonette met de data vanaf wanneer. Vandaag was het 21 april en de afsluiting ging in op 24 april a.s. Zouden we dan nu een keertje geluk hebben?

Om 17.45 uur kwamen we op de CP aan. Deze is vergeleken met ± 10 jaar geleden gemoderniseerd. Er is een hokje bijgekomen en een landingsplaats voor helikopters. Er zijn 5 camperplekjes, maar uiteindelijk stonden we er met 7.

Het was hier minder koud en het waaide minder. Misschien hebben we de kachel niet nodig vannacht.

CP Parking in Le Lauzet UbayeGPS: N44.428060  E 6.433890, gratis.

Bij nader inzien leek de CP in Barcelonette beter.

Dag 3. Zaterdag 22 april

Van Le Lauzet Ubaye naar Castiglione Faletto (It). 191 km

De route van Dag 3

Ook deze nacht lagen we al vroeg op bed (21.45). Er zijn 2 Zwitsers bijgekomen, een Fransman en nog veel later zijn we aan weerskanten bijna opgesloten door 2 Italianen. Hoe komt het toch dat sommige mensen zo laat nog op een CP aankomen. Beetje aso vind ik dat.

Na een lange nacht was het toch weer op tijd opstaan. Een bakker was hier niet te vinden, de bakkerij stond te koop evenals de alimentation. Slechts 1 slechtlopend restaurant, een hotel en een gendarmerie. Heel wat anders dan 10 jaar geleden. Het is hier prachtig vooral als je van wandelen houdt.

Om 09.00 uur op weg naar Barcelonette voor brood en diesel. Behalve de boodschappen moesten we ook op zoek naar een CP om het toilet te legen en water te tappen. De CP in Barcelonette was mooier dan die waar wij stonden, bovendien met alle voorzieningen en gratis. 

De Col de Larche is prachtig. Hij (Zij) heeft een hele geleidelijke aanloop naar de top die bijna 2000 m hoog is. Zelfs een vrachtwagen, beladen met hout, kon deze bedwingen. Er lag nog behoorlijk wat sneeuw. Er reden veel motorrijders, dus opletten. De top stelde niet veel voor en via haarspeldbochten begonnen we aan de afdaling richting Cuneo. Sommige stukken kwamen me helemaal niet meer bekend voor, alleen bij Vinadio, waar we 10 jaar geleden samen met een vrachtauto de nacht hadden doorgebracht, liet een lichtje bij me schijnen. Hier was die grote muur en dat kasteel.

In plaatsjes als Aisone en Demonte was  het zo smal dat het verkeer er werd geregeld middels stoplichten. Bij Borgo was het gedaan met de bergen en doken we het laagland in. Joop de smoor in omdat zich hier ook de grotere wegen aandienden. Meteen ook reden we verkeerd. De Italiaanse kaart van Michelin is 1:300.000, terwijl die van Frankrijk 1:400.000 is. Dat scheelt een heleboel. Ook staan op deze kaart niet alle wegen. Je moet erg wennen aan de borden die hier laag op de weg staan, bovendien aan de erg slechte wegen vol gaten, kuilen en hobbels. Het rijgedrag van de Italianen is bijzonder slecht. Geen richting aangeven, ze houden zich nergens aan de snelheid, vliegen soms over alle gaten en hobbels heen, staan boven op hun rem. Passeren over een dubbele streep in een tunnel. Alle aandacht is vereist.

Onder Cuneo door langs Mondovi. Ik dacht dat we goed zaten, maar hoe we nu weer op een snelweg terecht zijn gekomen is me een raadsel en soms sluit onze communicatie ook niet op elkaar aan. Hup de snelweg op, er was geen keus, maar er ook weer af  bij de eerstvolgende afslag. Bij Carru reden we weer waar we wilden rijden. Ook de omgeving (Piemonte) werd weer prachtig. Veel wijnbouw en hazelnoten, prachtige vergezichten.

Toch is het niet helemaal helder, nevelig en nog veel wind die uit de verkeerde hoek komt. Je zoekt de zon op. In Castiglione Faletto, een CP gevonden met 4 plekjes. Wij zijn in de hoek gaan staan ivm Biko (onze hond), had hij wat meer ruimte. Naast ons stond een aardige Zwitser. Hij wilde vandaag in het bijbehorende restaurant gaan eten, maar was al bij 2 restaurants geweest en beiden waren complêt. Dat werd ook voor ons weer zelf kokkerellen vandaag. Jammer, ik had me zo verheugd op een lekkere Italiaanse maaltijd. Hij had geen brood meer en wij gelukkig nog wel. We hebben dit maar gedeeld.

De CP ligt vol met populierenpluisjes, maar we staan van de wind af. Het uitzicht is mooi maar wordt behoorlijk belet door de te hoge bomen. 

Om steden, dorpen en bezienswaardigheden te bezoeken moeten we in Italië in de ochtend zijn. Vanaf 12.00-14.00 uur begint de siësta en die duurt meestal tot 17.00 uur of nog later. Daar moeten we zeker rekening mee houden.

Castiglione Faletto, Area Communale,

Via Alba Monforte, bij de ingang van de burcht.

GPS: N 44.622200  E 7.974300, gratis.

De rivier Ubaye

Op weg naar Col de Larche

Afdaling naar Italië

Farigliano

Dep. Piemonte

Zicht vanaf de CP

Dag 4. Zondag 23 april

Van Castiglione Faletto naar Pavullo nel Frigano. 336 km

De route van Dag 4

Opstaan met een heerlijk zonnetje is een echte luxe. Het is hier prachtig. We hebben afscheid genomen van onze buren en zijn weer op weg gegaan. Vandaag wilden we opschieten en namen de grote weg naar het oosten. We reden door de Po-vlakte, een stukje de provincie Lombardije binnen, waarna snel de volgende provincie Emilia Romana volgde, maar eerst de boodschappen gedaan, want als we de snelweg nemen heb je weinig kans. Even vóór Asti vonden we een groot, na later bleek, winkelcentrum dat je aan de buitenkant niet als zodanig zou herkennen. Joop kon nergens de camper kwijt, want alle parkeerplaatsen waren onder het gebouw met een hoogte van 2.40 m. te laag voor ons. Hij heeft de camper maar ergens op een weg geparkeerd. Je moet toch wat. Ik heb gelukkig weer het één en ander kunnen inslaan. We kunnen voorlopig weer vooruit.

Tussen Alessandria en Piacenza houden we de provinciale wegen voor gezien en kiezen de autosnelweg. De wegen zijn zo erbarmelijk slecht, dat we ons hart vasthouden voor de gevolgen. Zouden alle bouten en moeren nog wel op hun plaats zitten en niet te vergeten de inhoud van de kastjes. Arme Biko, maar je hoort hem niet. Bewonderenswaardig. De Italiaanse wegpiraten lijken zich nergens wat van aan te trekken.

Bij Reggio weer van de snelweg af om richting Scandiano en Sassuolo te rijden. Guusje vond het nodig om weer eens van de normale route af te wijken en koos voor boerenlandweggetjes om zo een stuk af te snijden.

We zijn in Pavullo nel Frigano terechtgekomen, een CP aan de SS12, met verkeerslawaai, maar gratis stroom, ook wat waard. Het is zondag vandaag en het lijkt er op dat de Italianen een dagje uit zijn geweest, of het is vakantie hier. 

Terwijl Joop de camper had neergezet alvorens het contact af te sluiten, heb ik nog even gekeken of hij waterpas stond. Keurig Jopie, hij mag uit. Hoor ik ineens een gesis, niet normaal. Volgens Joop wel heel normaal na een lange rit en warmte. Wat warmte! En ja, dat kan er ook nog wel bij, lekke band. Wat nu? Wij hebben geen reserveband, zit tegenwoordig bij geen enkele camper meer, bovendien is het vandaag zondag, dus kunnen we niks doen. Dit is een gewone parkeerplaats maar met campervoorzieningen, er komen dus ook gewone auto’s even aanwippen. Een vriendelijke jongeman met kind en hondje heb ik aangeschoten. Geen woord Engels of Frans, maar met handen en voeten konden we hem duidelijk maken dat we hulp nodig hadden. Hij heeft voor ons gebeld met de assistenzia en voor zover wij hebben begrepen zou er morgenochtend om 08.00 uur iemand komen. Telefoonnummers werden uitgewisseld. Ben benieuwd. De band was zo plat als een dubbeltje. Het was het ventiel dat het had begeven. Zou het komen van het slechte wegdek? Je zou het haast denken. Joop heeft de camper op de krik gezet, want anders hangt ie zo scheef.

Al zouden we dit plekje niks vinden vanwege het verkeerslawaai, we kunnen niet eens weg en maken er het beste van. Het zonnetje schijnt, de wind is gaan liggen. Biko ligt heerlijk in het gras te rollebollen. 

Pavullo nel Frignano, Area Comunale,

Via I. Marchiani

GPS: N44.343000  E10.832930, gratis

Aan de weg SS12, maar met gratis stroom.

Dag 5. Maandag 24 april

Van Pavulla nel Frigano naar Vinci. 126 km

Wat een nacht, wat een nacht en wat hebben we slecht geslapen. We stonden op een CP aan een drukke weg en dat is geen pretje. Tot heel laat reed het verkeer nog huiswaarts en heel vroeg begon het alweer te rijden. Volgens ons hadden we begrepen dat er iemand van de assistenzia om 08.00 uur zou komen, dus hadden we de wekker gezet. Achteraf helemaal niet nodig, want door de spanning waren we toch wel wakker. Om 08.00 uur niks, 09.00 uur nog niks, 09.30 uur nog steeds niks. We vroegen ons af of we het wel goed hadden begrepen. Vast niet. Ten einde raad is Joop maar naar de weg een eindje richting dorp gelopen. Gisteren hadden we Italiaanse buren gekregen, maar ook die spraken geen woord over de grens. Wat een armoe is dat! Dik na tienen had Joop een politiewagen gecharterd en de politiedame heeft ons keurig geholpen door verschillende telefoontjes te plegen. Inmiddels had ik de koffie klaar, maar ze mochten niet gaan zitten, want dan was het geen dienst meer. Gelukkig sprak deze dame wel redelijk Engels, haar mannelijke collega niet. Ik was zo opgelucht en zij zo blij dat ze ons kon helpen en dat het uiteindelijk toch gelukt was om iemand hier te krijgen, dat we elkaar spontaan in de armen vlogen. Volgens Joop was dat wel een film waard. Zij had iemand kunnen regelen die er met de camion met spullen over 10 min zou kunnen zijn. Italiaanse 10 min dan hè. Het bleken er slechts 15 te zijn. Een vreselijk aardige man heeft de band meegenomen naar een werkplaats en er een nieuw ventiel ingezet. Met 10 min was hij weer terug met de gerepareerde band. Wij blij, hij blij en wij 40 € armer. Het grote probleem met deze dagen was dat morgen Bevrijdingsdag wordt gevierd in Italië en veel bedrijven waren vrij. Vandaar dat er zoveel Italianen met campers en kinderen op pad zijn. Lang weekend.

Overal is het hartstikke druk.

Om even over 11.00 uur reden we weer. Dolblij. Eerst maar even boodschappen doen en ook inslaan voor morgen en dan op naar Pistoia.

Ik had niet in de gaten dat we zo hoog in de bergen zaten. Je had hier tot 15 april verplicht sneeuwkettingen nodig. De ene bocht na de andere, er was geen recht stukje weg bij, bovendien waren de wegen voorzien van vreselijk slecht wegdek.

Abetone is het hoogste punt van deze weg bij de Monte Cimone (2165 m). Een wintersportcentrum waar op dit moment alles was gesloten. Geen restaurant, geen Albergo, niks. Beetje ouwe meuk. Van Abetone langzaam met vele bochten richting Pistoia. Er was geen normale bocht en bij sommige moest je bijna helemaal rondrijden. Mijn hemel, Joop heeft alles wel voor z;n kiezen gekregen. Geen wonder dat hij na zoveel bochten even op adem moest komen. We vonden ergen aan de voet van de Monte Cimone een redelijk pauzeplekje voor de broodnodige koffie.

Aangekomen in Pistoia was de CP echt helemaal niks. Er was kermis en zigeuners hadden alle  plaatsen ingenomen. Op goed geluk zijn we richting centrum gereden en hebben daar een prima plekje gevonden langs de stadsmuur. Van hier uit was het centrum redelijk dichtbij.

De route van Dag 5

Dit leuke stadje is al gesticht door de Romeinen (en heette toen Pistorium) en was in 2017 de culturele hoofdstad van Italië. Dat zegt toch al genoeg! Er is hier genoeg te zien en te beleven!

Piazza del Duomo
Dat begint al op het Piazza del Duomo, het centrale punt van de stad. Als inwoners van Pistoia zeggen: 'Ci vediamo in piazza,' dan bedoelen ze dit plein, dat beheerst wordt door de prachtige Duomo, gewijd aan San Zeno. Deze duomo is maar liefst drie keer beschadigd, twee keer door een brand en eenmaal door een aardbeving. Gelukkig is er niet al te veel onherstelbaar beschadigd geraakt. Alleen al aan de buitenkant is er zoveel te zien, dat je ogen niet weten waarop ze zich moeten focussen. De prachtige bogen, de slanke zuilen, het in kleur wisselend marmer, majolica kunstwerken van de familie Della Robbia, de unieke klokkentoren (campanile) die een aantal verschillende bouwstijlen omvat… allemaal even prachtig!

In de kerk is vooral de kapel van de heilige Jacob een aanrader. Dit zilveren altaar met verhalen uit de bijbel is vervaardigd door de kundige handen van Toscaanse zilversmeden, onder wie Andrea di Jacopo d’Ognabene en Brunelleschi, de architect die tevens de koepel van de Duomo in Florence maakte. In een kleine kapel in de linkerzijbeuk vind je (achter het gordijn dat de koster op verzoek voor je openschuift) de zogenaamde Madonna di Piazza (Madonna van het Plein), een tronende Maria met Johannes de Doper en de heilige Zeno. Naar alle waarschijnlijkheid heeft Verrocchio de eerste streken gezet; een van zijn leerlingen heeft het voltooid.

Aan het Piazza del Duomo vind je verder het baptisterium (de doopkapel), dat wel wat weg heeft van de doopkapel van Florence, het Palazzo Vescovile, waarin zowel de VVV gevestigd is als een klein museum gewijd aan de kunstschatten van de Duomo, en het Museo Civico, met een collectie lokale kunstwerken.

La Giostra dell’Orso
Het feest van de beschermheilige van de stad, San Jacopo, wordt elk jaar groots gevierd, op 25 juli. De vier stadswijken (de Gouden Leeuw, de Griffioen, het Witte Hert en de Draak) gaan de strijd aan in een paardentoernooi op het Piazza del Duomo. Spanning, sensatie en spektakel gegarandeerd!

Piazza della Sala
Aan dit plein, dat je net achter het Piazza del Duomo vindt, liggen leuke winkels, werkplaatsen en marktkraampjes, die 's avonds plaatsmaken voor terrassen waar je gezellig een aperitivo neemt of dineert in de zwoele zomerlucht. Heerlijke plekken om een hapje te eten zijn onder meer Norcineria De Santis, Voronoi en La Sala del Gusto.

We hebben in Pistoia ± 1,5 uur rondgebanjerd, vooral op het Piazza del Duomo, het centrale plein en toen vonden we het welletjes. Bij terugkomst was de verrassing groot, Ingebroken! Ruit kapot en een ravage binnen. Letterlijk alles was overhoop gehaald. Alle kastjes leeggehaald, de afvalemmer op bed geleegd, de tas met medicijnen op de grond, de bakken onder de stoelen losgerukt en kapot, maar wat ze zochten is me een raadsel. Waarschijnlijk was het de dieven om geld en/of papieren te doen, want tot nog toe dachten we dat er niks gestolen was, alles was er nog gelukkig. Aan het werk, want voor de verzekering moesten we een politierapport hebben. Eerst heb ik foto’s gemaakt van de ravage en naderhand besefte ik natuurlijk dat lang niet alles op foto’s stond, maar je bent een beetje van slag. Verdomme! De ruit moest worden geplakt, want zo konden we niet rijden en de boel moest worden opgeruimd en toen op zoek naar een politiebureau. Een hele vriendelijke Marokkaanse Italiaan, die hier werkte en al jaren woonde, heeft ons naar het Polizia Nationale gebracht. En als je nu dacht dat je daar moest zijn of bij de Polizia Stradale, nee je moest je vervoegen bij de Questura, wat dat ook moge wezen. En ook daar sprak men geen woord Engels. We hebben er bijna een uur gezeten en gewacht op onze beurt, maar we hebben de papieren en de stempels, heel belangrijk. Het rapport heb ik zelf moeten schrijven in het Nederlands en zij hebben de stempels er op gezet en om 18.45 uur reden we weer. Versleten voetzolen. Het bekende van het kastje naar de muur.

We hebben een plekje gevonden in Vinci ± 35 km ten zuiden van Pistoia. Een leuk plaatsje op het platteland en dacht je dat het hier rustig was? In ieder geval geen verkeerslawaai, maar wel met hele drukke Italianen. Het staat hier vol met campers. Morgen blijkt een feestdag in Italië en wij hebben een ruitje nodig. Hoe moet dat nou?, we zien wel. Deze inbraak was nummer 3 in de rij van pechgevallen en we zijn pas 5 dagen onderweg. Het is nu wel genoeg geweest.

Vinci

Via Girolamo, net buiten het dorp

GPS: N43.780880  E10.928570 ,

Dag 6. Dinsdag 25 april

Van Vinci naar Pisa. 73 km

Het is een goede overnachtingsplek in Vinci maar heel vol. Vandaag is Bevrijdingsdag in Italië en het lijkt wel of heel Italië vakantie of een lang weekend heeft. Zo langzamerhand begint het warmer te worden maar we houden de extra plaid er nog maar even een nachtje op. Je weet maar nooit.

De route van Dag 6

Om 09.45 uur, na het legen van de cassette en het vuile water, zijn we vertrokken naar Empolie en Fucecchio richting Pisa. Liefst helemaal binnendoor ivm de ruit die het ternauwernood houdt. Geen grote weg anders vliegen de glasscherven ons om de oren. Ik heb eerst onze reisverzekering van CB op de hoogte gebracht van de inbraak en eventuele schade. Later geven we wel door wat de kosten waren en wat we kwijt zijn. Je ontdekt naderhand altijd nog dingen die missen. Alles aan het motorvoertuig valt onder de verzekering van de camper (in ons geval een franse verzekering), de rest bij CB.

In Pisa hebben we een adres gevonden van Carglass, maar of ze open zijn ivm Bevrijdingsdag dat denken we niet. We hebben de camper bij hun op de Parkeerplaats gezet en gegokt dat we hier zonder problemen kunnen overnachten. Wel hebben we nog brood en een nieuwe rol tape kunnen kopen, maar Pisa bezichtigen durfden we niet, want zo wordt inbreken in de camper wel heel gemakkelijk gemaakt. 

Jammer van de verloren dag, maar de zon schijnt, we houden de moed er maar in.

Dag 7. Woensdag 26 april

Van Pisa naar Certaldo. 98 km

Ondanks de pech die we hebben gehad hebben we heerlijk geslapen vóór de Carglass. We hebben zelfs geen regen gehoord vannacht, wel zijn we vroeg wakker geworden, maar wat wil je ook als je al om 22.00 uur naar bed bent gegaan. Het leven begint ook heel vroeg in Italië denken wij, want om 5 uur in de morgen begon het overal om ons heen al te rijden. We hebben ons gistermiddag in de zon maar vermaakt met potjes Yahtzee. De stand is nu 3-3. Niet slecht voor mijn doen, want meestal wint Joop, al zegt hij van niet.

De route van Dag 7

Om de hoek waar wij staan is een café. Gisteren was er geen sterveling te bekennen en nu is het een komen en gaan van werklui, die voordat ze naar hun werk gaan eerst alleen of met elkaar hun eerste kop koffie gaan nuttigen met of zonder lekker broodje. 

Het is nu 08.00 uur en er zijn al 3 Carglass mannen binnen. Om 08.30 uur gaat de werkplaats open. Ben benieuwd of ze ons meteen kunnen en willen helpen. Geen woord Engels of Frans, zelfs de baas niet. Uiteindelijk kwamen we na overleg tot de slotsom dat wij eerst de Franse verzekering moesten bellen, die zouden dan weer contact opnemen met Carglass Italië, Pisa en daarna deden ze pas wat. Omdat we dit al eens hadden meegemaakt in Morella (Spanje) wist ik dat bij bellen naar de Franse verzekering, je eerst een hele riedel krijgt waar je geen snars van begrijpt en dus besloten we om de dame van onze verzekering in Quatre Routes meteen in te schakelen. Zij moest alleen maar intermediaire spelen voor ons tussen de verzekering en Carglass. Ten lange leste hebben we besloten dat wij de reparatie zelf zouden betalen en bij thuiskomst zou zij de boel regelen met de verzekering. Zo hadden wij nog even wat meer tijd om na te kijken of er nog meer schade is aan de camper. Men ging maar eens kijken of ze de ruit in voorraad hadden en gelukkig was dat zo. Bezit uw ziel in lijdzaamheid en warempel om 11.00 uur waren we eindelijk aan de beurt. Het zou een half uurtje gaan duren. In die tussentijd zijn we maar een eindje rondgelopen en hebben ergens koffie gedronken. Joop wilde chocolademelk en kreeg die ook. Alleen hadden ze vergeten er mes en vork bij te doen, zulke dikke chocolademelk kennen wij niet. Leek wel chocoladevla.

Al met al heeft dat geintje 315€ gekost en om 12.15 uur waren wij weer op weg. We hebben Pisa gelaten voor wat Pisa was.  Eerst maar eens de stad uit zien te komen. Even een stukje grote weg richting Firenzee (volgens Guusje). Af en toe moeten we erg lachen om de uitspraken die uit de navigatie komen. Wat zegt ze nu weer. Gelukkig zie ik op de kaart wel wat de bedoeling was.

Ik vond dat we na al die ellende wel een lekkere Italiaanse maaltijd hadden verdiend, dus zijn we op zoek gegaan naar een restaurant/pizzeria. Erg uitnodigend was het niet hier in de buurt. Menigeen was nog of alweer gesloten. Via Ponsacco, La Sterza en Villamagna hebben we uiteindelijk in Castagno een restaurant gevonden dat wel open was en het bleek ook nog een heel leuk en vriendelijk restaurant te zijn, gelukkig. Biko mocht ook mee naar binnen en kreeg een bak water. Even op adem komen en alle indrukken de revue laten passeren. Gaan we dan nu eindelijk op vakantie?

In Certaldo had ik een camping uitgezocht, maar dat bleek nog een aardig eindje van het stadje af te liggen. In Italië geven ze de gemeentegrens al aan terwijl je nog helemaal niet in de plaats zelf bent. Zeker 12 km verderop lag de camping. En ik maar denken dat we ’s avonds nog even het stadje in konden wandelen. Helaas.

Certaldo bestaat uit een boven en een benedenstad. Je kunt met de lift naar boven naar het oude middeleeuwse gedeelte van de stad. Dit is de stad van Boccaccio, die hier heeft gewoond, de schrijver van de Decamerone. Boven heb je een fantastisch uitzicht over de heuvels tot aan San Gimignano toe. Maar kijken of we morgen aan Certaldo toe zijn.

Certaldo/Marcialla

Camping Panorama Del Chianti, Via Marcella 349

GPS: N43.58200  E11.13860, 20 €

Dag 8. Donderdag 27 april.

Niks Certaldo, Rustdag. We zijn gisteren hier aangekomen en zijn meteen onder de douche gestapt. Even alle ellende van ons afgespoeld. Heerlijke douches, alleen met een enorme straal, maar lekker warm. Je moest je boeltje ver weg zetten en goed opletten dat niet alles drijfnat werd. We hebben besloten om het er vandaag maar eens van te nemen en ons getrakteerd op een heerlijke pizza die de meiden daar zelf hadden klaargemaakt. Joop kreeg café latte, maar had één van de dames zover in de war gebracht dat hij de koffie geserveerd kreeg in een melkkannetje en de warme melk in een beker ernaast. Ehhh, gewoonte hier, of toch vergist? Inmiddels was de betreffende dame al huiswaarts en de andere moest er erg om lachen.

De weersvoorspellingen voor de komende dagen waren niet best, maar het viel tot nog toe mee. Alleen in de middag hielden we het niet meer droog en begon het te waaien en te plenzen. Naast ons kwam een ouder echtpaar staan met een VW-busje met hefdak. Zij sliepen boven maar klommen er zonder moeite in. Wat zijn wij dan stijve harken!

Verder hebben we de dag doorgebracht met Yahtzee. De stand is nu, geloof het of niet, 5-3 voor mij. Een ongekende weelde.

 

Dag 9. Vrijdag 28 april

Van Certaldo naar de Abdij di S. Galgano. 142 km

We lopen achter op mijn reisschema, maar wat geeft het. We hebben ten slotte vakantie, maar vandaag gaan we weer rijden. Certaldo laten we voor wat het is en gaan richting Poggibonsi en S. Giminiano. Na de hoosbuien van gisteren is het zicht vandaag redelijk tot goed en klaart het steeds verder op. In Poggibonsi heb ik weer een tas vol met boodschappen gedaan. De groente zag er niet fris uit, maar goed we kunnen er weer even tegen voorlopig. Overal bij de grotere winkels kom je donkere bedelende mannen tegen. Ze hebben geen werk en het leven is duur enz. Je gemoed wordt wel op de proef gesteld en zeg overal maar eens nee tegen.

Achter glas is het heerlijk weer, maar zodra je buiten komt waai je zowat uit je hemd en koud! Met die noorden wind.

De route van Dag 9

We reden langs S. Giminiano, want deze stad met de zeven torens hadden we al eens bezocht. Je zag het al van verre op de heuvel liggen. Zoals alle dorpen in Italië die van belang zijn liggen ze op heuvels. Het Toscaanse landschap is erg afwisselend en we hebben af en toe heel mooie vergezichten.

De volgende plaats die we wel bezoeken is Volterra. We hadden erge moeite om een P te vinden maar het is gelukt. Ergens in je achterhoofd ben je altijd alert op de plek waar je je auto neerzet ivm de inbraak. Er is veel te bezoeken maar overal waait de noorden wind en die is ijskoud. We hebben hier 1,5 uur rond gewandeld en vonden het toen genoeg. We waren verkleumd.

Ten westen van Volterra ligt Le Balze. Hier is een natuur fenomeen te zien. Omdat de grond telkens wegzakt is er een groot gat ontstaan. Door voortdurende erosie van lagen zand en klei zijn woeste ontzagwekkende ravijnen ontstaan. In de loop van de eeuwen zijn nederzettingen, ook Etruskische overblijfselen, verdwenen. Het Badiaklooster wacht hetzelfde lot, want het staat op de rand van de afgrond. Onderweg zagen we ook al verschillende aardverschuivingen op het asfalt. Waarschijnlijk is dat de reden dat de wegen zo verschrikkelijk slecht zijn, het verschuiven van zand en klei. Soms is het asfalt helemaal verschoven.

Vanaf hier gaan we naar het zuiden richting Massa Marritima. Joop zal wel spierpijn hebben vanavond van al die bochten, kuilen en gaten in de weg. We komen langs een plaats waar een kerncentrale staat. Het landschap wordt ontzettend ontsiert door de vele dikke buizen dwars door alles heen die zorgen voor de watertoevoer. Zo’n 6 km vóór Massa linksaf. Inmiddels was het al 16.30 uur en als we Montalcino zouden aanhouden, dat zeker nog 2,5 uur rijden was, kwamen we voor ons doen veel te laat aan. Om dan nog te moeten koken? Ik heb een CP opgezocht bij een abdij, de abdij di S Galgano. Tot ons geluk een prima plekje. Er staan enkele bussen na later bleek schoolkinderen maar die vertrokken toch weer en verderop nog wat auto’s. Om 18.00 uur was iedereen vertrokken en stonden we helemaal alleen. Volgens de NKC moest je betalen voor stroom en water, maar die deden het zo wie zo niet, begreep ik. De adbij is zeker de moeite waard om te bezoeken. Morgen maar eens poolshoogte nemen. We moeten niet te veel hooi op onze vork nemen, we geven gewoon Biko de schuld van het lage tempo. Ik moet ook nog even melden dat we vandaag voor het eerst in 10 dagen eens aan de aardappels gaan met boontjes en een lekker stuk verse worst. Saai hè. De boontjes waren niet zo te eten, dikke laag appelmoes er bovenop en toen ging het wel.

Het lijkt er op dat de wind is gaan liggen. Morgen wordt het vast beter.

Area Comunale Chiusdino

GPS: N43.151197  E11.15229

Erg afgelegen, geen voorzieningen, want die doen het niet.

Dag 10. Zaterdag 29 april

Van de Abdij di S. Galgano naar 5 km onder Bolsena. 168 km

Om over elven in de avond kwamen er nog 2 Italiaanse families op de camperplaats staan en een lawaai dat ze maakten. Kunnen die nou nooit eens stil doen en kunnen die nou nooit eens ergens op tijd aankomen. Wat een lawaaischoppers! Aan de ene kant is het wel fijn dat we niet helemaal alleen staan op zo’n groot terrein met in ons achterhoofd die inbraak, aan de andere kant kan ik deze wel missen als kiespijn. We hadden toch al zo’n moeite met inslapen vanwege de kou. Ik had de plaid immers al weer opgeruimd en heb deze toch maar weer tevoorschijn gehaald. Toen de zon onderging werd het meteen een heel stuk kouder. En stomkoppen die wij waren, zijn we onze kachel helemaal vergeten aan te doen. Die arme Biko zal het ook wel kou hebben geleden.

Geschiedenis abdij

Reeds in 1185 werd op de plaats waar San Galgano gestorven was, een kleine kapel gebouwd ter ere van zijn nagedachtenis. In 1218 werd op aandringen van de toenmalige bisschop, gestart met de bouw van een abdij door de monniken gebouwd in de vorm van een Latijns kruis in cisterciënzer gotische stijl. Omwille van de rijkdom van de Cisterciënzer orde verliepen de werken zeer vlot met als gevolg dat de abdij in 1288 werd ingewijd.

Na jaren van economische rijkdom begon in de 14de eeuw het verval van de abdij omwille van verscheidene plunderingen door legertroepen, de voedselschaarste en het uitbreken van de pest wat ertoe leidde dat aan het einde van de 15de eeuw nog slechts 8 monniken in de abdij aanwezig waren.

De bouw door de Cisterciënzer orde in 1478 van een nieuw paleis in Siena was de doodsteek voor de abdij. De laatste overgebleven monniken verlieten de abdij wat het begin was van het verval ervan.

Verschillende evenementen zoals het invallen van de gewelven in 1781, een blikseminslag in 1786 met het invallen van de klokkentoren tot gevolg, brachten de abdij tot haar huidige situatie. In 1789 uiteindelijk werd de abdij geconsacreerd en volledig aan zijn lot overgelaten.

We stonden vlak bij de abdij, dus die eerst maar eens een bezoek brengen. Omdat we dichtbij stonden waren we er ook vroeg en dat was maar goed ook. Tot 11 uur hadden we de tijd om de kerk zonder dak te bezoeken, want er was een bruiloft gepland en daarna mochten we er niet meer in. Wel erg romantisch om in zo’n kerkruïne te trouwen. Alles werd klaar gezet, de catering werd aangerukt, muziek geïnstalleerd. Een prachtig bewaard gebleven ruïne. Men had bovenop de beschadigde muren alles afgewerkt met dakpannen zodat het niet verder zou instorten.

Het zwaard van San Galgano

San Galgano werd geboren in 1148 in Chiusdino onder de naam Galgano Guidotti en leed een leven als gewelddadige krijger tot aan 1180, ongeveer toen hij, moe en ontgoocheld in het leven dat hij leidde, zich terugtrok als heremiet en zich wijdde aan het geloof. Toen hij zijn zwaard in de grond wilde boren om het als kruis te gebruiken voor zijn gebeden, slokte een rots het zwaard op. Dit zwaard in de rots is nog steeds te zien in de kerk van Montesiepi. Een ronde kapel die te bereiken is vanaf de abdij via een steil zanderig pad, of vanuit de grote parkeerplaats.

We zijn een beetje van onze oorspronkelijke route afgeweken, dwz we zijn gewoonweg niet zover gekomen en hebben besloten Montalcino te laten liggen en meteen door te rijden via Roccostrade, Arcidosso, langs de Monte Amiata (1738 m) naar het gebied van de Etrusken. Het vreemde volk dat kwam en ook zomaar weer verdween. Men weet eigenlijk heel weinig van dit volk, zelfs hun taal is nooit helemaal ontcijferd. De weg was slecht, heel slecht, vol kuilen en gaten en Joop had moeite om op de weg te blijven. Ook Guusje deed erg haar best om het ons moeilijk te maken door een wel heel smal stuk weg uit te zoeken. We zijn 2 tegenliggers tegengekomen en het ging maar net goed. Meestal kan ik het aardig inschatten als Guusje van die stunten uithaalt, maar deze had ik niet voorzien. Bij Saturnia, dat midden in een oud vulkanisch gebied ligt, zijn veel zwavel warmwaterbronnen te vinden. 

De route van Dag 10

Ten oosten van Saturnia liggen 3 tufstenen dorpen. Bij het eerste dorp Sovana is een necropolis, een dodenstad van de Etrusken, die hun graven uithakten in het zachte tufsteen. We hebben het niet bezocht, want dat hadden we al eens gedaan. Erg interessant.

Bij Pitigliano, dat ook op een tufstenenrichel ligt evenals Sorana, wilden we een cp zoeken voor de nacht maar die lag zover uit het centrum en was zo vol, dat we die hebben gelaten voor wat hij was. Het dorp Pitigliano is erg mooi er zeker de moeite waard.

We zijn doorgereden richting Bolsena aan het meer van Bolsena. Het was niet helemaal de bedoeling om nu al een camping te zoeken. De allerlaatste camping aan de boulevard, Area Guadetto, waar de poort niet erg uitnodigde, zijn we toch maar opgereden. We kwamen  al snel tot de ontdekking dat dit niet onze camping was. Tot 16.00 uur was er niemand aanwezig en telefonisch ook niet bereikbaar. Geen plekje was vrij. Ach, de Italianen wilden wel een beetje opschuiven zodat we ergens tussenin konden gaan staan, maar daar voelden wij niks voor. We hebben besloten door te rijden en 5 km verderop een pracht camping gevonden. Ook aan het water met prachtig sanitair. Een klasse camping. We gaan zo eens even kijken wat er allemaal te doen is hier. Meteen een wasje gedraaid en die hangt inmiddels te drogen.

Het weer is prachtig geweest vandaag, een beetje veel wind in de middag maar voor de was prima. Wat staan we geweldig voor weinig.

Bolsena, Camping Blu, ACSI-camping, 17 € p.n.

Dag 11. Zondag 30 april

Van 5 km onder Bolsena naar 5 km onder Bolsena, v.v. 60 km

Het meer van Bolsena is een kratermeer. Het zand aan de kant van het water is zwart, alles is vulkanisch. Het gebeurt vaak dat het water aan het eind van de dag omhoog komt vanwege vulkanische activiteit in het meer.

Rondrit Dag 11

De bedoeling was een bezoek te brengen aan Orvieto en een ander dorp ervoor Bagnoregio. Af en toe zijn we echte oenen, want wij hadden geen idee van data. Het was zondag vandaag en morgen 1 mei, dag van de arbeid en dat wordt in Italië nog steeds gevierd met een vrije dag. De toegangsweg naar Orvieto voorspelde al niet veel goeds. Om te parkeren op de grote P moest je 2 € per uur betalen.  Eerst met de lift en daarna konden we kaartjes kopen voor de kabelbaan naar boven, naar de stad. Alleen Biko moest een muilkorf om, nou die hadden we niet en om dat arme beest met 13 jaar nog te kwellen met zo’n muilkorf daar voelden we niets voor. Ook geen taxi wilde ons meenemen naar de bovenstad. Jammer. Orvieto bracht ons geen geluk. Dan maar naar dat andere plaatsje Bagnoregio. Dat hadden we gedacht. Je kon over de mensenhoofden lopen en nergens konden we de camper kwijt. Joop had er al gauw schoon genoeg van. Bolsena was onze laatste kans voor vandaag. Ook daar hadden we geen geluk omdat er net een rommelmarkt bezig was en dan al die toeristen. Er zat niks anders op dan terug te keren naar de camping. Ook geen straf.

We hebben een heerlijk dagje gehad met schitterend weer. Spelletje Yahtzee gespeeld. De stand is nu 7-3, ja ja voor mij. Luxe hè. We gaan straks lekker op de camping in het restaurant ons te goed doen aan allerlei lekkere dingen.

Dag 12. Maandag 1 mei

Van 5 km onder Bolsena naar Bracciano.  171 km

We hebben gisteravond heerlijk gegeten in het bijbehorende restaurant in gezelschap van Oostenrijkers met een zwaar accent. Zij hadden al gegeten en waren aan hun 4de pilsje van een ½ liter bezig. Waar laten ze het? Ook het Duitse echtpaar van 87 jaar dat tegenover ons stond hadden er gegeten. Zij kwam steeds een praatje maken bij mij, vooral ook omdat zij het geweldig vond dat ik ook verslagen maakte van de vakantiereizen. Op die manier kon je altijd, vooral aan manlief, vertellen dat je toen en toen, daar en daar geweest was, met bewijzen. Dat waren haar woorden hoor, maar ik was het daar volkomen mee eens.

De camping was een plaatje, aan het water, fantastisch sanitaire (deze winter vernieuwd), prima restaurant en ook bij de receptie waren ze allervriendelijkst, met een beetje Engels. Best om er te blijven, maar wij wilden verder Italië ontdekken.

De route van Dag 12

Het Meer van Bolsena is een kratermeer in Midden-Italië. Het is 370.000 jaar geleden ontstaan na het ineenstorten van een caldera van de vulkanische Monti Volsini. Romeinse historische bronnen geven aan dat de Volsini-vulkaan nog actief was in 104 v.Chr. De stranden hebben nog steeds zwart zand.

We reden langs het Lago di Bolsena tot Montefiascone, Capodimonte richting Vulci, een oude Etruskische Necropolis, dodenstad of wel kerkhof. Deze archeologische stad is, net als vele andere Etruskische steden, vrijwel geheel verwoest. Aan het begin vind je er een prachtige Romeinse brug over een diep ravijn samen met een kasteeltje. Van hier uit kan je per wandelpad richting de Etruskische opgravingen, maar je kan ook per auto naar de parkeerplaats rijden en daar de wandeling verder oppakken. Reductie voor 65+, altijd meegenomen. We hebben er ruim een uur rondgedwaald, heuvel op en heuvel af en toen waren we moe. Wij niet alleen, want Biko moesten we ook meeslepen. Het weer begon te betrekken en het begon te waaien. Achteraf hadden we op de parkeerplaats ons broodje moeten eten, want tijdens de rest van de rit zijn we tot ±30 km vóór Bracciano geen stopplekje meer tegen gekomen.

Na Montalto di Castro tot vlak vóór Civitavecchia hebben we alleen grote weg gereden. Een slechte grote weg, een hele slechte grote weg. Sommige stukken asfalt leken erg op de kamperruit die aan diggelen geslagen was en alles rammelde. We zijn ten einde raad maar richting de zee gereden in de hoop ergens op de boulevard een plekje te vinden. Maar wat schiep onze verbazing? Slagbomen! Alleen de bewoners konden er, waarschijnlijk met zo’n pasje, doorrijden. Wij moesten onverrichter zake weer omkeren en dat zou zeker nog vele malen volgen. Guusje stuurde ons vaak de andere kant op en ook ik was niet altijd even helder van geest. Weer terug naar de doorgaande weg en we probeerden het bij de volgende afslag richting Lido di Tarquinia. Bij de rotonde werd het al filerijden. Dat hou je toch niet voor mogelijk? Het leek Zandvoort wel op een mooie zomerdag. Dagje strand. Snel wegwezen hier.

In een flits zag Joop dat Civitavecchia verboden was voor campers en toen zijn we gauw het binnenland weer ingereden. Tot nog toe kon deze Italiaanse kust ons zeker niet bekoren. Ongelooflijk smerig, overal lag rotzooi langs de kant van de weg. De wegen waren slecht tot zeer slecht.

We zijn richting de CP voor de nacht gereden, Bracciano aan het gelijknamige meer. Op deze weg vonden we dan eindelijk een plekje voor ons broodje, want inmiddels was het al 15.00 uur Hoog tijd! Ook onze dieselmeter naderde het kritieke punt, maar op deze dag 1 mei, was geen enkele benzinepomp bereid je te laten tanken met een (visa) kaart. Eindelijk in Manziana hebben we een pomp gevonden met bedienden. Meteen daarna doken we in een mensenmassa. Er bleek een jaarmarkt van zeker 2 km lang te zijn en als goed Italiaan donder je je blik zo maar ergens in de berm en kijkt niet verder of er soms nog andere auto’s langs moeten. Ook Guusje hielp niet erg mee en wilde ons telkens maar linksaf laten slaan, wat echt onmogelijk was met deze drukte. Als we niet zo eigenwijs waren geweest om onze neus achterna te gaan dan hadden we nu nog rondjes gereden, maar zoals je kunt lezen zitten we op de CP. Vriendelijke beheerder, probeerde wat Frans met een Italiaans spraakgebrek, maar we zijn er samen wel uitgekomen. Inmiddels is het weer betrokken en hebben we de lange broek weer aangedaan, ook de fleece-truien komen weer van pas. Wel warme voeten van het sjouwen in Vulci. Er staat voor vandaag een eenvoudige maaltijd klaar, chili con carne met gehakt. Ook ruim ik nog maar steeds de warme plaid niet op.

Bracciano, Area le Mimosa,

Via del Lago 25

GPS: N42.108540  E12.178900, 14€

Dag 13. Dinsdag 2 mei

Van Bracciano naar Terracina. 182 km

We stonden hier met 2 campers, allebei Nederlanders. Zij hebben eerst aan de overkant van het meer gestaan, maar daar was het stampvol en men stond pal op de wind. Ook wij stonden de eerste keer verkeerd dus moesten we weer omdraaien. Het inschatten van waar de wind vandaan komt is erg moeilijk met die valwind. Als ik zeker wist dat de wind van die kant kwam bleek hij net weer anders uit het dal te komen. Onder aan de CP loopt een weg, maar daar hadden we geen last van. We hebben heerlijk geslapen.

De route van Dag 13

We laten Rome voor wat het is, dat doen we wel een keer zonder Biko. Dat wil ik hem niet aandoen op z’n ouwe dag. We pakken ons boeltje weer bij elkaar en rijden naar Ostia Antica, ten zuidwesten van Rome aan de mondig van de Tiber, vroeger lag deze stad aan zee. door verzanding ligt hij nu enkele kilometers van de Tyreense Zee verwijderd. Het was de oude havenstad van Rome. In de 2e eeuw v. Christus was het een belangrijke havenstad met 50.000 inwoners. Bij de ingang van het dorp is een parkeerplaats annex overnachtingsplek N41.76056  E12.30024. Je krijgt hier een heel goed beeld van hoe een havenstad er in de oudheid moet hebben uitgezien want er is echt heel veel opgegraven. Via internet had ik de tip gelezen dat je het beste meteen kunt doorlopen naar achteren en daar moet beginnen, want er is zoveel te zien en op een gegeven moment lijkt alles op elkaar. Maar we genoten van de prachtige mozaïeken, de badhuizen en de arena. Busladingen vol met schoolklassen zijn we gepasseerd. Zelfs kleuterklassen, maar wat die hier nou van opsteken, lijkt me veel te jong. Als toegift was de speeltuin veel interessanter. Achteraan was het meteen een stuk rustiger.

Mijn hemel wat een enorme stad moet dit zijn geweest en prachtig gerestaureerd. Die Romeinen konden er wat van zeg! We hebben er ruim 4 uur rondgebanjerd. Het weer was geweldig. We kwamen ook een stel Hollanders tegen die met de trein (tienertoer) waren gekomen. Alles geregeld vanuit huis. Met de tram vanuit Rome vóór de opgravingen uitgestapt. Prima te doen.

Aangekomen bij de camper was dorstlessen het eerste wat moest gebeuren en daarna plassen. Een Franse buschauffeur doodde de wachttijd om met ons een praatje te maken en koffie mee te drinken. Om ± 15.00 uur zijn we weer op pad gegaan richting onze overnachtingsplek in Aprilla, tenminste dat was de bedoeling, want om nu hier op deze parkeerplaats te gaan overnachten daar voelden we niet veel voor. Kon wel en misschien werd het later op de dag wel stiller.

Via de kustweg tot Tor S. Lorenzo en daar het binnenland in. Wat een enorme smeerboel ook hier weer langs de weg. Ook de hoertjes hadden hier hun kampement opgeslagen, het waren bijna allemaal bruintjes. De CP in Aprilla stond ons niks aan. We zijn doorgereden naar Terrazine en hebben daar aan de haven een plekje gevonden voor 5€ parkeergeld. Geen voorzieningen. Vrij snel sprak een Sloveen ons aan. Hij had van een vriend een heel lijstje gekregen van bezienswaardigheden die hij beslist moest zien. Of wij al iets van zijn lijstje gezien hadden. Voor mij waren het onbekende dorpen maar ze waren wel bijna allemaal hier in de buurt. Nou zijn er naar onze mening veel mooiere stukken te bewonderen, maar hij had dit van een vriend en die woonde vlak bij Rome. Bovendien waren ze van alles vergeten mee te nemen van huis, waaronder b.v. de kaart van Italië. Dus samen snuffelen waar alles te vinden was. 

Ook zij bleven vannacht hier staan, maar moesten eerst hun toilet legen en douchen. Dat gingen ze doen op de camping vlakbij en daarna kwamen ze weer terug. Hij vertelde dat hij gisteren (1 mei dus) op deze plek aankwam en dat er precies nog 1 plekje vrij was. Er stonden wel 70 – 80 campers op deze grote parkeerplaats. Nu stonden we met z’n tweetjes aan de haven + een Serviër die er al een jaar stond. Joop is gaan kijken of er ergens nog vis te krijgen was, anders moeten we er morgen maar achteraan.

We zijn ’s avonds nog even het stadje ingelopen en hebben een lekker ijsje gekocht.

Via de kustweg tot Tor S. Lorenzo en daar het binnenland in. Wat een enorme smeerboel ook hier weer langs de weg. Ook de hoertjes hadden hier hun kampement opgeslagen, het waren bijna allemaal bruintjes. De CP in Aprilla stond ons niks aan. We zijn doorgereden naar Terrazine en hebben daar aan de haven een plekje gevonden voor 5€ parkeergeld. Geen voorzieningen. Vrij snel sprak een Sloveen ons aan. Hij had van een vriend een heel lijstje gekregen van bezienswaardigheden die hij beslist moest zien. Of wij al iets van zijn lijstje gezien hadden. Voor mij waren het onbekende dorpen maar ze waren wel bijna allemaal hier in de buurt. Nou zijn er naar onze mening veel mooiere stukken te bewonderen, maar hij had dit van een vriend en die woonde vlak bij Rome. Bovendien waren ze van alles vergeten mee te nemen van huis, waaronder b.v. de kaart van Italië. Dus samen snuffelen waar alles te vinden was. Redelijk in de buurt maar wat er daar allemaal te zien was is mij een raadsel.

Ook zij bleven vannacht hier staan, maar moesten eerst hun toilet legen en douchen. Dat gingen ze doen op de camping vlakbij en daarna kwamen ze weer terug. Hij vertelde dat hij gisteren (1 mei dus) op deze plek aankwam en dat er precies nog 1 plekje vrij was. Er stonden wel 70 – 80 campers op deze grote parkeerplaats. Nu staan we met z’n tweetjes aan de haven + een Serviër die er al een jaar stond. Joop is gaan kijken of er ergens nog vis te verkrijgen was, anders moeten we er morgen maar achteraan.

We zijn ’s avonds nog even het stadje ingelopen en hebben ons op een lekker ijsje getrakteerd bij gebrek aan vis.

Terrazine, Via Flavio Gioia

Parking Porto

GPS: N41.28576  E13.25435

Dag 14. Woensdag 3 mei

Van Terracine naar Pozzuolo.124  km

 

We hebben heerlijk geslapen en hadden vanmorgen moeite om weg te komen. We zijn eerst naar de haven verderop gelopen om te kijken of er nog meer vissersbootjes binnen zouden varen. Het zijn maar hele kleintjes en om daarmee de zee op te varen is een groot risico lijkt me. Er zijn nu 3 bootjes binnen met elk maar 3 kratjes vis. Geen beste vangst.

De route van Dag 14

De bedoeling was vandaag maar een klein stukje te rijden. Eerst naar Sperlonga, dat een geheel wit dorp is boven op een rots. Het doet bijna Grieks aan. Daarna Gaeta.  Het begon al goed. Guusje zei in Sperlonga eerst dat we goed zaten en meteen daarna moesten we omkeren. Het eind van het liedje was dat we een rondje hebben gereden en ergens naar beneden moesten. Ik had de coördinaten wel ingetikt maar deze bleken niet te kloppen. Afijn we zijn doorgereden naar Gaeta en hebben Sperlonga laten zitten.

Eindelijk een mooie weg langs de kust met bergen en tunnels. Gaeta ligt ook op een rots. We dachten geluk te hebben door een Parkeerplek te vinden aan de boulevard ergens in het midden van beide delen van de stad. Bij de parkeermeter moest je meteen beslissen hoe lang je wilde blijven ivm de munten die je in de meter gooide. We hebben 1,5 uur door de stad geslenterd. Een leuk gedeelte met allemaal hele leuke en kleine straatjes parallel aan de boulevard, maar niet wat wij zochten. Wij zochten de Montagna Spagata. Daarna toch maar een tourist office VVV opgezocht maar niet gevonden. Wel 2 aardige mannen die me naar een café stuurden waar ze ook stadsplattegronden hadden. En natuurlijk ook Italiaans ijs.

We moesten helemaal de andere kant op en naar boven waar de Montagna Spagata zich bevond. Een rots die zich door de eeuwen heen in twee helften had gesplitst. Beide stukken hellen ieder voorover en er onder bevond zich een grot, de Grotta del Turco, andere ingang. We moesten eerst een stuk klimmen en daarna weer met trappen naar beneden tot het geweldige bijzondere uitzicht bij de vuurtoren. Je keek dwars door de spleet naar de zee.

Inmiddels hadden we al een behoorlijke tippel achter de rug. Eenmaal beneden waren twee politiemensen zo vriendelijk om ons de weg te wijzen naar de kathedraal met de driedimensionale vloer, maar ze zeiden er meteen bij dat deze kerk waarschijnlijk gesloten was ivm restauratiewerkzaamheden. Dat risico wilden we niet lopen, want zowel wij als Biko liepen zo langzamerhand op ons tandvlees. Een mens kan niet alles willen zien, toch.

Rust, daar waren wij aan toe, met de beentjes omhoog en dus zochten we in de directe omgeving een cp en dachten die te hebben gevonden in Itri, bij het Centro Leonardo. Maar niets was minder waar. Geen cp te bekennen. Snel iets anders opgezocht in Maranola even boven Formia. De weg klom hoger en hoger en steeds hoger, zo hoog dat het voor mij wel eng begon te worden. Het plaatsje lag echt heel hoog en om bij de cp te komen moesten we nog hoger. Joop helemaal in z’n element en ik gaf de geest een beetje. Dit werd zelfs mij te gortig. Wel een prachtig uitzicht waar ik zeker van moest genieten volgens Joop, maar mijn hoofd stond daar even niet naar.

We zijn via een andere weg weer naar beneden gereden. Ik had net het gevoel dat ik weer met beide benen op de grond stond. Via een jammerlijke drukke rotweg langs de kust op naar de volgende cp. En weer hadden we pech, deze was gesloten. Achter een gesloten hek hing een man lekker lui in een hangstoel. Hij gebaarde met beide handen dat deze cp gesloten was.

Joop kon nog wel een stuk verder rijden en we hebben besloten om dan toch maar door te rijden naar Pozzuoli, de volgende stopplaats op onze route.

We verbazen ons telkens weer over de manier van rijden van de Italianen. Sta je in een file voor een stoplicht keurig te wachten op je beurt, word je links en rechts ingehaald. Ineens is het dus 3 rijen dik en dan presteren ze het nog om die rij in te halen, zelfs een vrachtauto doet hieraan mee. Ze trekken zich ook niks aan van een maximum snelheid. Nog even en je doet er zelf aan mee.

Gemakkelijk vinden was het niet, een camping met een zwavelvulkaan op het terrein, maar we staan om 17.00 uur op een plekje. We hebben 2 dagen in 1 gepropt, morgen maar een rustdag inlassen. We kunnen met de metro naar Napels of naar Pompei, maar of dat zo’n goed idee is met een Biko die maar overal mee gezeuld wordt, een Joop met zere hielen en ik ben toch ook wel aan rust toe. We kijken wel. We hebben aardig wat meters gelopen maar konden het toch niet laten om dit fenomeen van borrelend zwavel dat zomaar uit de grond omhoog komt te bewonderen.

De Solfatara is een van de vulkanen van de Campi Flegrei en stond in Romeinse tijd bekend als Forum Vulcani en was aan deze god gewijd. Tot in de 17de eeuw werd hier zwavel gewonnen, dat in de vorm van vulkanische gassen (di-waterstof-sulfide) vrijkomt.

Pozzuoli,

Int Vulcano Solfatata. 19€

N40.82851 E14.13655

Dag 15. Donderdag 4 mei

Van  Pozzuolo naar Montecorice. 151  km

De camping was goed maar daar was het ook mee gezegd. Alles erg gedateerd, zowel de toiletten als de douche. Warm water moest je halen bij de wasbakken. De toegangspoort was erg smal, 270 m was aangegeven, maar het ging maar net. We hebben zitten dubben of we hier nog een dagje zouden blijven of toch maar verder rijden. Vanmorgen om 06.30 uur, toen ik Biko heb laten plassen, stonk de lucht erg naar zwavel. Nu is het wat minder, dat kwam zeker door de nevel die er ‘s nachts hing. Met in het achterhoofd onze Biko, die echt aan het eind van zijn Latijn was, zijn we niet naar Napels gegaan en ook niet naar Pompeï, al hoewel ik dat van Joop natuurlijk best mag, maar samen uit, samen thuis. Misschien komt er nog een keer een gelegenheid. Op internet is er voldoende te vinden over de Vesuvius.

De route van Dag 15

We nemen in plaats daarvan de snelweg om Napels heen richting Salerno en daarna de kustweg tot Paestum. De autoweg was prima te doen, 2 keer een klein bedrag betalen en tot Salerno verder helemaal gratis. Ik had thuis de Amalfikust goed bekeken via Google Maps en een denkbeeldige route gedaan, maar tot de slotsom gekomen dat het met de camper ondoenlijk was de kustweg te rijden. Te smal en bovendien vreselijk druk. Wel kan je tot Vico Equense of Sorento rijden en daar de trein of de bus nemen voor een retour naar Positano of Amalfi.  Of beginnen in Meta de Amalfiroute nemen over het schiereiland naar de kust richting Amalfi oostwaarts.

Aangezien Biko niet in de trein zowel als in de bus mocht hebben we de Amalfikust gelaten voor wat die was. Volgens velen moet het een prachtige route zijn. 

De kustweg van Salerno tot Paestum is werkelijk geen donder aan en wat een ongelofelijke klerebende maken de Italianen er van. Overal rotzooi. Als je ergens een koffie- of eetplekje zoekt, wordt deze telkens in beslag genomen door de dames van lichte zeden, ofwel het stikt er van de hoertjes. De omgeving is te smerig om ook maar enige lust op te wekken voor het bezichtigen van Griekse tempels zoals beschreven in Paestum.

Bij Agropoli werd de natuur een beetje beter en bij Sta Maria di Castellabate reden we zelfs een stuk hoger dan de zee en hadden zowaar een mooi uitzicht. Er zijn een aantal cp’s waar geen mens zou willen staan. Ergens bij Velia had ik een cp gevonden, maar die hebben we niet eens gehaald. Toen we bovenop de kustweg reden hoorde ik een raar geluid en dacht eerst dat er een scooter of zo achter ons reed. Een paar km verder, iets vóór Montecorice constateerde Joop dat de remmen blokkeerden en de stuurbekrachtiging deed ook z’n werk niet. Meteen de camper aan de kant gezet, want dat voorspelde niet veel goeds. Een vierkant lampje brandde op de display. Inmiddels was het 13.30 uur, siësta- tijd. Overleg, wat doen we nu. Joop durfde er geen meter meer mee te rijden. Lopen naar het dorp beneden was nou niet zo aanlokkelijk. Dan maar iemand aanhouden om te vragen of hij misschien mee mocht rijden om een garage zoeken. Na ¾ uur stopte er een aardige Italiaan met de vraag of we pech hadden. Laat hij nu een familielid hebben die ons wellicht zou kunnen helpen. Er werd gebeld en na 30 min verscheen Guiseppe, een aardige jonge Italiaan. Wat het probleem was? Na 15 min was hij terug met olie voor het hydraulische systeem, maar hij vertrouwde het nog niet. De remmen bleken nu wel te werken maar het sturen ging niet. Ondertussen had hij onder de camper heel wat meters zwart rubber, repen riemdelen, ergens uit gehaald. Zeg maar een soort van distributieriem maar dan voor het hydraulische systeem. Samen met hem zijn we eerst langzaam naar beneden naar een garage gereden, maar die kon dit niet maken. Er werd over er weer gebeld met weet ik wie. Het nummer van het chassis, Fiat Ducato enz enz, dat verstond ik tenminste. Hij heeft ons naar de haven geloodst en laat dat nou net het plekje zijn dat Joop al die tijd voor ogen had. Guiseppe heeft geregeld dat er de volgende dag een monteur kwam en dat die ons verder zou helpen. Wat zijn we achteraf toch vreselijke bofkonten. Met handen en voeten, zonder de taal van elkaar te spreken begrijpen mensen elkaar toch wel. Wat kan de wereld mooi zijn als we maar willen. Ben toch wel benieuwd wat dat geintje gaat kosten. Wat een rare pechvakantie hebben we toch.

We hebben de avond doorgebracht met Yahtzee. Joop wilde nu eindelijk wel weer eens winnen, maar helaas. De stand is nu 9-3 voor mij. 

Domani Matina.

Aan de haven in Montecorice.

Dag 16. Vrijdag 5 mei

Op de plaats rust. Ondanks de pech hebben we heerlijk geslapen in het volste vertrouwen dat alles goed zou komen. Ook voor onze Biko is een dagje rust een welkom geschenk. Om ± 09.30 uur kwam Guiseppe aangereden. Hij had inmiddels een monteur gecharterd die er inderdaad met 15 min aankwam. Intussen had hij de camper op de krik gezet en nog wat blokken om hem hoger te krijgen en verder alle voorbereidende werkzaamheden verricht. Samen hebben ze de klus in 3 uur geklaard. Er moest toch nog een andere snaar/riem op gezet worden, bovendien was er nog een onderdeel dat ze niet vertrouwden, Joop dacht de poelie. Guiseppe is 2 keer heen en weer gereden om de onderdelen te halen. Uiteindelijk zijn er 2 riemen vernieuwd, 1 voor de elektra en 1 voor het hydraulische systeem  De stukken rubber zaten overal ingedraaid. Wat zo’n riem niet allemaal kapot kan maken! Gelukkig reden we niet in de bergen en had Joop alert gereageerd.

Inmiddels had ik een beste zak vol kleine ansjovissen bij een visser gebietst. Geld wilde hij niet hebben. We hebben ze heerlijk op de scottelbraai gebakken. Een mens moet wat als hij nog geen boodschappen heeft kunnen doen. Om 13.30 uur was de klus klaar, maar we mochten nog niet weg. Guiseppe kwam nog wat brengen. Ik ben met hem wezen pinnen in het dorp want 350,= € zoveel geld had ik niet in de portemonnee. Alleen de onderdelen waren al bijna 200 €. Een uurtje later kwam ie weer terug. Deze keer met een eigengemaakte harde worst, een zak vol biscuitbroodjes, 3 flessen wijn en 2 flessen eigengemaakte wijn, bovendien ook nog met een fles olijfolie van eigen bodem. Waarom toch zoveel gulle gaven? Daar word je toch verlegen van. Met een echte glimlach om zijn sympathieke gezicht zei hij dat hij ons multo sympatico vond. Nou dank je wel.

De rest van de dag zijn we bij de haven gebleven. We stonden er immers prachtig.     ’s Avonds nog 2 potjes Yahtzee gespeeld, want ons Jopie had er genoeg van om steeds te verliezen. Stand 11-3. Jammer Joop!

1 Fles hebben we ’s avonds maar meteen kortjan gemaakt en zijn alle drie als een blok in slaap gevallen. Biko deed niet mee met de wijn hoor.

Aan de haven in Montecorice.

We vertrouwen er maar op dat alles is opgelost, want zelf hebben we er geen verstand van. 

Dag 17. Zaterdag 6 mei

Van Montecorice naar Latronico. 171  km

De route van Dag 17.

Opgelucht reden we de volgende dag weer verder. We waren aardig door onze voedselvoorraad heen en moesten nodig boodschappen doen. We reden langs de kustweg met aan de rechterkant de Tyrreense zee. We kwamen door Acciaroli, Pioppi (van dat groente en fruit dieet, maar dat wisten we toen nog niet) en langs de archeologische stad Velia net vóór Ascea. We waren al een klein stukje op weg toen ik aan de andere kant van de berg in de verte 2 auto’s wel heel langzaam zag rijden en een bord aan de kant van de weg gaf iets aan, maar wat er op stond was ons een raadsel. Daar kwamen we snel achter. Ook hier had de natuur zijn werk gedaan, maar de gaten in de weg en de verschuivingen waren van jaren eerder. Aan herstelwerkzaamheden was men niet toegekomen. Zelfs Guusje gaf aan dat we een andere weg moesten nemen. Maar ja, eigenwijze lui als wij zijn. We moesten 2 x stapvoets tussen 2 grote betonblokken door en elkaar passeren was er niet bij. Harder dan 20 km was niet toegestaan. Links de rots en rechts de diepe Tyrreense zee. Dwars door een dorpje manoeuvreren waar ook nog eens markt was, auto’s dubbel geparkeerd, vlak vóór je werd een autodeur opengegooid enz. Tot overmaat van ramp kwam er ook nog een vrachtauto aan en niet zo’n kleintje! Die kon daar nooit van zijn leven door. Gelukkig zagen wij hem op tijd en konden we in een inham even stoppen, zodat hij ons kon passeren.

Ik wilde graag een plekje bij de haven van Palinuro maar we konden nergens verder komen. Dan maar richting Marina di Camerota, waar ik dacht een leuke camperplaats te vinden, maar niks was minder waar. Even aan zee ons broodje opgegeten, maar de bewegwijzering gaf daarna aan dat we voor Sapri weer helemaal terug moesten rijden. Verdorie, als ze de boel toch eens goed zouden aangeven. Laat een mens toch niet telkens rondjes rijden!

Verder richting Sapri en toen vonden we het welletjes met die kustweg. Wij zijn geen mensen voor kustwegen en ook geen zeemensen. Na Sapri reden we weer de bergen in en hebben zonder spijt afscheid genomen van de regio Campanië en de Cilento kust. Hier begon de regio Basilicata. Het is één van de dunst bevolkte regio’s van Italië. Het heeft het grootste natuurpark van Italië, Pollino met hoge toppen van boven de 2000 m. De wegen zijn in vergelijking met het noorden redelijk te noemen. Bij een Agip hebben we nog even getankt, want aan de borden te zien was deze pomp redelijk geprijsd 1,37 € p.l. Eenmaal getankt bleek hij ineens 1,51 € te zijn. De smiecht. Zeg dan maar eens dat hij alles er maar weer uit moest halen.

We hebben per ongeluk een klein stukje snelweg genomen en zijn daarna richting Latronico gereden waar ik een cp heb gevonden. De coördinaten klopten niet, maar de Area was in het dorp wel goed aangegeven. Er schoot een aardige meneer te hulp en heeft ons vol trots verder de weg gewezen.

De lucht begon steeds verder te betrekken en toen we hier stonden kregen we zelfs een paar spetters te verwerken. We konden het toilet legen, water is weer gevuld, zelfs het elektra konden we aansluiten. En allemaal voor niks. We staan hier helemaal alleen met uitzicht op de bergen van het natuurpark Pollino en de berg Alpi. De cp is wat simpel en achter ons is een weg waar huizen staan, maar daar hadden we totaal geen last van.

Latronico, Via S D’Acquisto,

Area di Sosta Camper Comunale

in groene omgeving, centrum 100 m

GPS: N40.086849  E16.011410, 5€ stond in het boek, maar niks gezien. (gratis)

Dag 18. Zondag 7 mei

Van Latronico naar Matera.  223  km

Het was een prima CP met alles er op en er aan. Heerlijk rustig. ’s Avonds koelde het behoorlijk af en de NW wind deed ook goed haar best om ons de eerste tijd uit onze slaap te houden. Ik ging met ijsklompen van voeten naar bed en heb 4 x moeten plassen, dat werkt toch op je blaas!, maar toch heb ik het niet echt koud gehad. Gelukkig moest Joop ook plassen, anders was het een geklauter over elkaar heen. Dat is het nadeel als je achteraan in bed ligt.

We zijn op tijd vertrokken en hebben in het plaatsje zelf nog wat boodschappen kunnen doen bij een plaatselijk supermarktje.

De route van Dag 18

Ik dacht dat Joop wel even genoeg had van al die bochten en heb in eerste instantie een hoofdweg gekozen om zo eerder op onze bestemming aan te komen, maar het landschap beviel ons zodanig goed dat we toch weer gekozen hebben voor een grote omweg richting Matera. We waren al halverwege en hebben er weer een mooie rit van gemaakt. Een wel heel apart landschap, het leken wel hoge zandduinen. Uitgestrekte stukken die helemaal verlaten waren, waar eens bewoning was, te zien aan de verlaten en vervallen huizen. Zo snel als de 1e helft ging, zo traag verliep de 2e helft van de tocht. Er was geen recht stukje weg bij. Op een gegeven moment liep de weg helemaal over het landschap heen middels bruggen die zigzaggend omhoog liepen. Het dorp Stigliano ligt op een hoogte van ruim 900 m en volgens de kaart kon je hier omheen rijden. Waar we precies verkeerd zijn gereden weet ik niet maar middels een omleiding kwamen we midden in het dorp uit en moesten er kruip door sluip door doorheen. De mensen keken ons zeer verbaasd aan, ze hadden hier zeker nog nooit een camper gezien.

Eerst maar even eten voordat we verder trekken, even de spanning wegspoelen.

Daarna naar het noorden. Hier werd het bosrijker, maar de weg ook meteen een stuk slechter. Soms waren er halve stukken weg naar beneden gedonderd of stukken weg die de naam weg eigenlijk niet konden dragen. En dan kwam er ook nog een Guusje bij die ons telkens naar nog kleinere zandpaden wilde sturen. Opletten dus. We zijn km’s lang geen auto tegen gekomen.

We hebben de laatste 50 km toch maar weer een grote weg gepakt naar Matera. Je denkt dan dat deze weg wel beter moest zijn maar niets was minder waar. Met een snelheid van max 70 km p.u. anders vloog je tegen het dak aan. De zorgen over de camper zijn gelukkig verleden tijd want de camper houdt zich gelukkig goed.

Aan de oostkant van de stad Matera ligt de CP. De beheerder sprak gelukkig een aardig mondje Frans. We hebben afgesproken dat we de volgende morgen om 09.00 uur met zijn busje richting stad zou worden gebracht en om 15.00 uur kwam hij ons weer ophalen. Kosten 3 € p.p. Daarna bracht hij de volgende groep weg. Biko mocht ook mee. Prima geregeld.

We staan hier met 10 campers. Het is een mooi terrein in het Parco della Murgia Materana. Een park vol archeologische vondsten.

 Matera

Area Masseria Radogna, in het Parco della Murgia Materana, 10€

toegang via een hobbelige weg, busje naar centrum 3€

GPS: N40.672211  E16.629250 of

GPS: N40.67145   E16.63199

Matera is bekend uit boeken en films vanwege de speciale grotwoningen, Bijbelse films zijn er o.a. opgenomen omdat de stad veel weg heeft van het oude Jerusalem. Even voorbij de cp is een grote parkeerplaats (Belvedère) waar vandaan je via de kloof naar Matera kunt lopen (stevige wandeling). Aan deze kant van de kloof zijn de chiese rupestre (rotskerkjes). Om de stad te bezoeken kan je met het busje van de eigenaar mee. Ik heb gelezen dat Matera in 2019 Culture Hoofdstad van Europa wordt (is).

Het gebied rondom Matera is vanaf de oude steentijd bewoond geweest. Volgens overlevering is de stad door de Romeinen gesticht in de 3e eeuw voor Chr. Matera bestaat uit 3 delen: Sasso Barisano, Sasso Caveoso en het moderne stadsdeel. Wij hebben slechts het Sasso Barisano bezocht.

Dag 19. Maandag 8 mei

We zijn vroeg naar bed gegaan want voor ons doen moesten we er ook weer vroeg uit. We zitten hier een behoorlijk stuk naar het oosten want buiten is het om 20.00 uur al schemerig en in de morgen is het veel eerder licht. We staan hier met een Zwitser, een Italiaan en 2 Nederlanders en hebben al weer de nodige nieuwtjes uitgewisseld. We stonden om precies 09.00 uur paraat bij de receptie. Met zijn oude busje heeft de beheerder ons allemaal vlakbij de oude stad gebracht en haalde ons om 15.30 uur weer op. We hadden ook een plattegrond meegekregen en enkele tips waarbij we korting konden krijgen als we de naam van de cp noemden. Heerlijk om zo weggebracht te worden, hoef je zelf geen parkeerplaats te zoeken. Daarna ging een ieder zijns weegs. Compleet met rugzak hebben we eerst brood gekocht voor vanavond, want warm eten doen we hier wel ergens. 

Matera is echt de moeite van een bezoek waard. Minder dan 70 jaar geleden leefden nog steeds zo'n 15.000 mensen, voornamelijk boeren, in grotten die waren uitgehouwen uit kalksteen dat dateerde uit de prehistorie van Matera: vochtige woningen zonder natuurlijk licht, ventilatie, stromend water of elektriciteit. Ziekte, met name malaria, cholera en tyfus, waren heel gewoon. De bedruimte was schaars. Kinderen werden met hun ouders in kooien gepropt waaronder hokken voor de kippen. In 1950 kreeg Matera bezoek van een Italiaanse premier, die de sloppenwijken beschimpte als "een nationale schande" en zette de regering aan tot het nemen van  drastische maatregelen. Met geld dat binnenstroomde vanuit het naoorlogse Marshall-plan, stelde hij voor alle inwoners te evacueren en ze naar nieuw gebouwde huizen in de buitengebieden van de Sassi (stenen) te brengen. Veel inwoners worstelden echter om zich aan te passen aan hun nieuwe huizen - het was de eerste keer dat velen water uit een kraan zagen lopen, laat staan ​​een boiler. De regering moedigde de opleving van de Sassi aan door restauratiewerkzaamheden te subsidiëren. Ambachtslieden trokken naar binnen, richtten workshops op, terwijl bars, restaurants en boetiekhotels  belangstelling begonnen te krijgen. De Unesco-benoeming in 1993 en de verfilming van The Passion of the Christ, met Mel Gibson in 2004, hielp Matera op de kaart te zetten, maar het toerisme begon pas echt te groeien na 2014, toen de stad het bod won om de Europese Culturele hoofdstad te worden van 2019.

Wel veel trappen op en af, maar bij het maken van foto's kon ik prima even uitrusten. En ik heb er veel gemaakt. Eerst moesten we een grote weg uitlopen en meteen daarachter lag de oude stad aan je voeten met een prachtig uitzicht.  Zelfs in de grotkerken waren trappen, één hele steile en omdat Biko Joop niet uit het oog wilde verliezen heeft ook hij deze genomen, maar hij moest ook weer terug. Hij heeft zich geweldig gedragen.

We hebben ergens kunnen eten. In een achteraf straatje, dan denk je toch een Italiaanse maaltijd te kunnen bemachtigen, maar niets was minder waar. Het was goed maar net aan en duur.

Keurig op tijd heeft iedereen zich gemeld in het park vlakbij de plek waar we werden opgehaald. Het was een fantastische maar vermoeiende dag en het is heerlijk uitrusten op de CP. Op het terrein van het park staat een hele rare vierkante woning en er schijnt iemand te wonen die elke dag wandelingen door het park verzorgd, verhalen verteld en spelletjes met de kinderen doet. Allemaal in het kader van de archeologie.

Gelukkig stonden we onder de bomen anders was het veel te warm geweest. Een beetje scheef, maar door de vermoeidheid hebben we toch wel geslapen. Het begon te regenen en er vielen niet alleen regendruppels uit de bomen, maar ook kleine rupsjes. Door de droogte van de afgelopen weken, de stoffige wegen en wat er uit de bomen viel, zag de camper er niet uit. Smerig!!

Dag 20. Dinsdag 9 mei

Van Matera naar Trani. 221  km

De route van Dag 20

We hadden toch slecht geslapen vannacht ondank de vermoeidheid. Omdat we onder de bomen stonden druppelde de regen nog lang na op de camper. Bovendien had ik buikkrampen en ben er wel 4 keer uit geweest. Ik was als de dood dat het toilet zou overstromen met alle gevolgen van dien, want hij zat boordevol. We hadden gisteren geen moed meer om de boel te legen in de daarvoor bestemde put. Het is gelukkig goed gegaan. Het werd weer droog en de zon kwam tevoorschijn.

Na het afrekenen zijn we nog even naar de belvedère gereden. Vanaf deze kant heb je een schitterend uitzicht op de stad en zie je de eerste hol- of grotwoningen het beste. Ook kwamen we hier tot de ontdekking dat we nog niet eens de helft van de stad hadden gezien. Eén dag was veel te kort maar een mens kan niet alles bekijken.

Ik kan natuurlijk wel zeggen dat we dat voor een volgende keer zullen bewaren, maar ik denk dat dit voor ons de laatste Italië reis was, tenminste deze kant op. We vinden het een verschrikkelijk vies land en de wegen zijn slecht. Er werd een enorme aanslag gepleegd op je vervoermiddel, bovendien moet je je beheersen om niet mee te gaan doen en alles maar om je heen te smijten. Overal ligt de rotzooi, in bermen, bij parkeerplaatsen, overal op straat.

Na Matera was Alberobello aan de beurt als bezienswaardigheid. Een paar kilometer ten oosten van Matera hield de arme regio Basilicata al weer op en begon het veel rijkere Puglia (Apulië). In dit gebied (Zuid Italië) kwamen na de Grieken de Romeinen, na de Romeinen de Barbaren, daarna de Byzantijnen, dan weer de Normandiërs en daarna de Venetianen. Heersers kwamen en gingen, nieuwe wetten werden aangenomen en prompt weer overtreden of genegeerd. In de oudheid was Puglia al een vruchtbaar en welvarend gebied. In de 3e eeuw beleefde het zijn Gouden Eeuw. Puglia heeft de Renaissance overgeslagen.

We hebben de camper op de CP gezet in Alberobello (Area Sosta Nel Verde) en hebben daar eerst wat gegeten. Ze vroegen min. 10 € voor max. 6 uur, alleen parkeren hè, maar wel midden in de stad. Voor 18 € kan je er ook overnachten, alleen water innemen en lozen, verder niks

Hier bevinden zich de bekende Trulli. Alberobello is hyper toeristisch maar wel heel bijzonder. Het hele dal staat vol met oude en nieuwe Trulli. Een Trullo is een karakteristiek, eenvoudig wit geschilderd huisje met een kegelvormig dak. Deze kenmerkende bouw dateert uit het begin van de 16de eeuw, toen boeren het land van de graven van Conversano gingen bewerken. De wijk Aia Piccola is zonder winkels en authentiek zoals het was. De constructie van de Trulli doet denken aan de kegelvormige huizen in Noord-Syrië en het zuiden van Turkije. In de tijd van de kruisvaarders bestonden er handelscontacten met deze streken. Vroeger moest er voor nieuwe woningen belasting betaald worden. De hertogen gaven toestemming om de woningen zonder cement te bouwen zodat ze in het geval van een koninklijke inspectie gemakkelijk konden worden afgebroken.

Eerst maar even het dorp in. Tot onze verbazing was het overal versierd, met roze wel te verstaan. Slingers, ballonnen en vlaggetjes. Het bleek dat op 12 mei a.s. een etappe van de Giro in Alberobello zal starten, maar dan zijn wij al weer een eindje verder getrokken.

Gelukkig voor ons was Alberobello niet zo groot en uitgebreid, maar wel weer omhoog en naar beneden. Heel bijzonder en zeker een bezoek waard.

We wilden niet blijven op een cp waar je je stoeltje en je tafel niet eens buiten mocht zetten. Vol goede moed togen we naar de adresjes die ik thuis al had opgezocht. Het eerste adres richting zee en bij Monopoli moest een camping zijn. We belandden in een achterbuurt, ver van de bewoonde wereld. De borden gaven aan dat we goed zaten, maar een hek duidde ons dat dit allang verleden tijd moest zijn. De rotzooi er om heen deed de rest. Camping exit, bestond niet eens meer. Volgende adres zo’n 15 km verderop bij S Vito. In de omschrijving was te lezen dat er een ketting voor de cp zat maar dat je er wel mocht gaan staan. De eigenaar zou de volgende morgen 10 € komen ophalen. We hebben de plek wel gevonden maar nu zat er een slagboom voor met slot. Ook de omgeving was niet erg uitnodigend. Gauw de snelweg opgezocht en ± 30 km boven Bari zijn we in Trani aan de haven terecht gekomen. Gelukkig was Joop meteen in zijn sas. Het leek hier erg gezellig zo aan de haven met die vissers om de hoek. Meteen even kennisgemaakt met 2 Franse families. Was ook meteen goed, kon ie weer even Frans lullen.

Even een rondje haven, we hadden nog niet genoeg geslenterd. We besloten om de rest van Puglia, waaronder Lecce en Ostuni over te slaan. Te veel steden in één reis. In plaats daarvan gaan we, op aanraden van iemand op de cp in Matera, de knobbel aan de hiel rijden. Moet erg mooi zijn. We slapen vannacht in het licht van de vuurtoren.

Trani, Parcheggio Comunale

GPS: N41.281400  E16.419810

Aan de haven, moeilijk bereikbaar, smalle straten.

Dag 21. Woensdag 10 mei

Van Trani naar Lucera. 278  km

Het werd al aardig warm zo in ons hokje. Het plekje was prima hoor, maar op de parkeerplaats begon men al heel vroeg hun auto’s te parkeren. Bij de poort stond een man (een soort parkeerwachter?) en iedereen betaalde hem. Vreemd.

De route van Dag 21

Campers van 7 m en langer zullen moeite hebben om de stad uit te komen. Gelukkig hadden wij maar een kleintje maar ook wij hadden er moeite mee. Later las ik bij de beschrijving dat het aan te raden was om tijdens sluitingstijd van de winkels het stadje te verlaten. Tussen de middag bv. Goede optie. Op een gegeven moment dacht ik dat we tegen de stroom in reden, zou me niks verbazen trouwens. Kris kras door smalle straatjes en wat zijn Italianen toch haantjes. Vooral niemand voor laten gaan, altijd ikke eerst. Tot het op een kruising hartstikke vast stond. Ja, wie gaat er al eerste?

We zijn langs de zoutwinning gereden net boven Barletta. In het begin was het water rozerood van kleur. Ergens verder lagen hele zoutbergen opgeslagen. We zagen witte flamingo’s en tussen de zoutwinning, de weg en de zee lagen overal moestuinen. In het begin leken ze nog redelijk goed onderhouden maar allengs werd het rommeliger en veel land lag er braak bij. Plots hield de zoutwinning op en het stuk land dat overbleef was verlaten, ook de grauwe blokken die eens als huizen moesten hebben gediend waren in ruïnes vervallen.

Punto di Mattinata

Na Manfredonia begon de kustweg stilaan omhoog te klimmen. We reden een nieuw stuk weg met vele tunnels. Die tunnels stonden niet eens op mijn kaart (kaart van 2016). Pas na de tunnels begon het weer mooi te worden en konden we af en toe een blik werpen op de krijtrotsen beneden. Om daar te kunnen komen moest je halsbrekende toeren uithalen en dat hebben we maar niet gedaan. Er waren inderdaad mooie stukken bij.

 

 

Vlak vóór Vieste, dat op een krijtrots is gelegen, hebben we aan de boulevard even pauze gehouden. Bij nader inzien maar gelukkig want we konden Vieste helemaal niet in. Het was afgezet ivm de komende Giro.

Van Vieste tot Peschici was het bijna een aaneen gesloten gebied vol campings. Op een enkeling na vreselijke ouwe meuk uit de jaren 50-60-70 en bijna allemaal nog gesloten. Met een dikke laag witte verf probeerde men in ieder geval de entree er nog een beetje aantrekkelijk uit te laten zien, maar om hier je vakantie door te brengen leek ons niks. Misschien zijn wij wel verwende ouwe zeurpieten hoor.

Via 2 grote binnenmeren, het Lago di Varano en het Lago di Lesina zijn we bij Santo S. Nazario van de S89 afgeslagen en richting  Apricena gereden. Hoe we daarna richting S. Severo en Lucera zuidwaarts gereden zijn, is me tot op heden nog steeds een raadsel. Van Apricena tot Lucera, zeker 40 km, was de weg zo smal en zo slecht. Later bleek dit een tussenweg te zijn en onderweg verklaarde iemand (een plaatselijke boer?) ons voor volkomen getikt.

Uit de ACSI-gids heb ik een cp geprikt, 6 km ten westen van Lucera. Het bleek een soort vakantiehuis uit de jaren 60 te zijn. Vroeger alleen bedoelt voor groepen, nu mogen er ook campers staan op een voormalig tennisveld. Er is een landje met allemaal beesten w.o. kippen, ganzen, een paard, een ezel en wie weet wat nog meer. Een kantine en kinderspeeltoestellen uit grootmoeders tijd. Morgen verwacht de eigenaar een groep gehandicapten uit Nederland. Nou, ze kunnen in ieder geval niks kapotmaken. De hele boel wordt bedekt met pluisjes van de populieren. Toen we aankwamen was er niemand te bekennen. Een aantal keffertjes uit de buurt blaften de hele boel bij elkaar en volgens de overbuurvrouw moesten we even toeteren. Toen ik het terrein had bekeken wilde ik meteen maken dat ik wegkwam, maar het was al te laat. We waren al gesignaleerd. De hele omgeving was bezaaid met mieren en als ik ergens een afschuwelijke hekel aan heb dan zijn het mieren. Bovendien had ik medelijden met Joop, die had al zoveel km’s gereden. Ik heb een mierenfobie, maar ik kon niet meer terug. Ik heb al jaren een spuitbus bij me en heb hem nog nooit hoeven gebruiken. Nou hier wel. Ik heb hem bijna helemaal leeggespoten. Rondom de banden en vooral bij de kabel voor elektra, zeg maar overal. Er zullen er ongetwijfeld wel een aantal meeliften ben ik bang.

Lucera, area Centro Spotivo Casanova

GPS: N41.488590  E15.259970, kosten 10 €

Dag 22. Donderdag 11 mei

Van Lucera naar Civitella Alfedena   187 km

Eigenlijk hebben we best geslapen ondanks mijn mierenfobie. Nadat ik alle banden en de kabel van de elektra goed had ingespoten is er geen mier meer binnen gekomen. Voordat we zelf naar binnen gingen hebben we eerst de meegenomen mieren van ons afgeklopt. Onze hond Biko moest er ook aan geloven. Vanmorgen heeft het een beetje gespetterd maar dat mocht geen naam hebben. Wel is de lucht grijs en hangt er tegen de bergen in de verte een dikke mist. Toen wij weer wegreden kwamen er net 3 busjes aan met de groep gehandicapte Nederlanders. Ik wens ze veel sterkte.

De route van Dag 22

Ik moet zeggen dat voor Italiaanse begrippen de wegen tot nog toe redelijk zijn. Wij zouden zeggen dat de wegen aan een onderhoudsbeurtje toe waren, maar vooruit. Wij houden er nou eenmaal andere normen op na.

Na Campobasso, de tank weer vol en de koelkast gevuld, en weer de bergen in. Had ik net geschreven dat het met de wegen wel meeviel hier, komen we stukken weg tegen waarbij het asfalt gewoon is weggezakt of verschoven of dat een vulkanische ondergrond de oorzaak is dat we regelmatig stukken tegenkomen die gewoon naar beneden gedonderd zijn, ik weet het niet, maar alle hens aan dek. Sommige stukken waren vers, pas gebeurd, andere stukken al van jaren geleden. Ook de vreselijke rotzooi baarde ons zorgen. Geen parkeerplekje was zonder troep. 

Van Campobasso naar Iserna. Nadat we eindelijk een parkeerplekje hadden gevonden was de markt in Iserna inmiddels al weer voorbij. We slenterden dus maar het stadje in op zoek naar een restaurantje. Plotseling werd ik aangesproken door een keurige dame met de vraag of ik ook Engels sprak. Zij wilde graag haar Engels oefenen en of ik bereid was een gesprekje met haar te voeren. Waar kwamen we b.v. vandaan. Oh geweldig, uit Nederland. Haar vriend, op bezoek in Nederland, had haar een aantal foto’s gestuurd van de bloembollen en van Haarlem, van Hollandse huisjes, van fietsen enz. Typisch Hollandse dingen. Ze heeft mij alle foto’s via haar mobieltje laten zien. Ze was helemaal verliefd op dat mooie nette land ver weg. Een vriendin van haar uit Ohia, die nu een winkeltje had hier in Iserna, leerde haar Engels. Zelf kwam ze uit Sardinië. Ze vertelde wat over de stad Iserna. We hebben kennis gemaakt met haar vriendin. Wij zochten iets om te eten en zij vond voor ons een restaurant. Zelf hadden wij dit restaurant nooit gevonden, we waren er waarschijnlijk zo voorbij gelopen. Biko mocht ook mee naar binnen. We hebben er heerlijk gegeten. We begrijpen nu wel iets meer van de Italiaanse keuken. Meestal kan je met een behoorlijke entree al een goede maaltijd hebben. Vaak is het iets van pasta of een salade. Daarna een stuk vlees. Groente en/of aardappels moet je apart bestellen evenals een toetje en zo wordt het een behoorlijke maaltijd, maar heb je ook een dikke portemonnee nodig. Alles apart dus. Joop had ¾ l bier besteld, gebrouwen door een vriend van de baas. Wij dachten dat wij de enige waren die vooraf een spumanti kregen geserveerd vanwege de lieve dame, maar iedereen kreeg het. De zaak was pas in april opnieuw geopend, vandaar. Toen we weggingen trakteerde de baas ons nog op een beste slok limoncello 30%.

Met aardig wat alcohol in onze benen togen we naar de camper voor het laatste stukje voor vandaag bij Civitella Alfedena aan het lago di Barrea. We gaan toch maar via de grote weg naar het meer S17, een weg met vele tunnels. Guusje wilde ons langs de zuidoever van het meer laten rijden maar volgens de kaart was hier geen weg. In het plaatsje Barrea  stonden we ineens voor de poort en konden we niet verder. We hadden door toch ergens een afslag gemist, maar waar. Er zat niks anders op dan een stukje terug te rijden en ja, gevonden. Aan het meer lag een mooi plekje. We staan hier met 3 campers, maar het vervelende is dat deze plek tevens gebruikt wordt door de omgeving om hier hun afval te deponeren. Nou ja, beter in containers dan overal langs de kant van de weg. We hopen dat het vanavond en vannacht rustiger zal zijn.

We horen telkens een koekoek en het zal me niet verbazen als we het niet droog houden vandaag en vannacht. We hadden al warm gegeten dus ik hoef lekker niet te koken.

Vanavond hebben we weer Yahtzee gespeeld. De stand was 13-3, maar Joop was het zat om telkens te verliezen en wonder boven wonder won ie ook nog. Stand nu 13-5

Civitella Alfedena, Area Comunale.

Aan het lago di Barrea, centrum 2 km

GPS: N41.768520  E13.950660, 5€, water inname en lozen kost geld. (niet gemerkt)

Maandag tot vrijdag gratis overnachten.

Dag 23. Vrijdag 12 mei

Van Civitella Alfedena naar San Demetrio ne’ Vestini  139 km

De route van Dag 23

Het heeft een beetje geregend vannacht en we zijn om 07.00 uur wakker gemaakt door een vrachtauto met strobalen, die weer werden opgehaald door een plaatselijke boer met zijn trekker. De camperplek werd dus ook voor het overladen van spullen gebruikt. M.a.w wel een mooi plekje maar niet rustig. We waren daarom vroeg bij de pinken en met een stralend zonnetje op weg naar de Apennijnen, weer de bergen in. Op een hoogte van ruim 2000 m lag hier en daar op de toppen nog sneeuw

Meteen na Villetta Barrea begon de klim omhoog en een beste klim met veel haarspeldbochten. De weg was redelijk tot goed gelukkig. Menig keer kregen we een prachtig uitzicht op het meer beneden. Na de top van 1564 m begon de afdaling naar Scanno, een oud bergdorp aan het lago di Scanno. Scanno dat één van de mooiste dorpen van Italië wordt genoemd. Daarna volgde de kloof die gevormd werd door de rivier Sagittario, de Gole di Sagittario met aan weerszijden hoge bergen. Een mooi stukje Italië, een leuk dorp en een goede weg, maar hier en daar erg smal.

Door al die kleine weggetjes met hun slechte asfalt durfde ik niet door te steken om zo een kortere weg te kunnen nemen naar onze volgende camperplek. We zijn maar om gereden over Pescina en Collarmele en hebben op het pleintje bij de kerk ons broodje opgegeten. Rondom stonden overal bankjes die bezet werden door de plaatselijke bevolking. Ook wij hadden veel bekijks. Het gebeurt ook niet elke dag dat er vreemden plaats nemen in hun midden.

En weer omhoog de Via Tiburtina Valeria, dat een oude Romeinse heerweg is. Hij loopt van Rome naar Tivoli. Bij Molina linksaf richting l‘Aquila.

We hebben de camperplek bij San Demetrio ne’ Vestini gevonden. Volgens de gegevens was hij moeilijk te vinden en erg eenzaam. Hij ligt er erg idyllisch aan een meertje, ver van de bewoonde wereld, maar de plek werd veel gebruikt door de plaatselijke bevolking als ontmoetingsplek, honden uitlaat plek, hangplek en joggingplek. Niet echt rustig dus. Ook hier is de uitspanning nog niet open. Ben benieuwd of we vannacht ook alleen staan.

Onderweg hier naar toe kwamen we al een paar gebouwen tegen die te leiden hebben gehad van de aardbeving van april 2009, die ook l’Aquila had getroffen. Kijken wat we aantreffen in de stad zelf.

San Demetrio ne’ Vestini

Parcheggio Lago di Sinizzo, Zijweg van SB80B

GPS: N42.291260  E13.575080, gratis, stille plek bij een meertje.

Alleen vuilnisbak.

Dag 24. Zaterdag 13 mei

Van San Demetrio ne’ Vestini naar Leonessa. 169 km

We hebben inderdaad helemaal alleen gestaan vannacht op een eenzaam idyllisch plekje en hebben toch nog geslapen ook! Maar wat sommige mensen toch mankeren om met hun auto hier een rondje te rijden en daarna weer te verdwijnen, is me een raadsel. Om 23.30 uur kwam er weer eentje en om ± 03.00 uur een stel jongelui lallend met harde muziek aan in hun auto. Je schrikt je wezenloos. Maar daarna hebben we toch weer geslapen. Alleen had ik dit nooit gedurfd, maar met een sterke kerel naast me in bed (ik hoop trouwens dat hij nog steeds sterk is) en een waakse hond als wacht (tenminste als hij niet doof is geworden), heb ik me er bij neergelegd en geslapen.

De route van Dag 24

Als we naar l’Aquila wilden konden we beter vroeg op pad gaan. De omgeving van l’Aquila werd gekenmerkt door vele bouwkranen, maar of die ook wat deden? Er waren kranen bij die gewoon zijn blijven staan omdat de wilde ranken er door groeiden.

Er zijn 2 camperplaatsen in l’Aquila, maar de eerste reden we al bijna voorbij. Het gras stond hier hoog en de voorzieningen waren afgesloten. Een stuk verderop was de tweede camperplaats, maar die kwam erg luguber over. Joop wilde hier in geen geval blijven staan, ook niet alleen om de stad te bekijken. Volgens hem werd hij bezet door een paar zigeuners en was er nog maar 1 plekje over aan de rand, langs de weg. Om daar de camper aan toe te vertrouwen leek geen optie, 1 inbraak en de nasleep er van vonden we genoeg. We hebben de cassette wel kunnen legen en water getapt. Ook de stad zelf begroette ons niet met een warm welkom. Alles krioelde door elkaar, er werd snel en roekeloos gereden, soms 3-4 rijen dik. We waren het er snel over eens. Wegwezen hier en wel zo snel mogelijk. En weer bleek dat wij geen stadsmensen zijn. Snel de natuur in.

Via Antrodoco en Rieti naar de Monte Terminillo (2216 m). Onderweg naar boven werden we getrakteerd op mooie uitzichten. Op de parkeerplaats bij Terminillo hebben we ons broodje opgegeten. Als we l’Aquila wel hadden kunnen bezoeken was dit één van de mogelijkheden voor een overnachting geweest. Achteraf wel blij dat we hier niet hoefden te overnachten. De Monte Terminillo is een wintersport gebeuren, maar nu was alles nog dicht en kwam het erg koud en kil over. De grote parkeerplaats lag er ook onverzorgd bij. In het zonnetje was het heerlijk, maar als die even verdwenen was, werd het bovenop best koud.

Na de skiliften kregen we volgens de kaart een witte weg en hierop stonden een paar kriebeltjes + een datum (12-4). Het was vandaag 13-5, moest dus kunnen. Bovendien was bij het begin van de klim een bord geplaatst met de mededeling dat de pas open was.

Zicht op Rieti.

Na de rotonde werd het kaler en kaler, het fototoestel draaide op volle toeren, steeds hoger en hoger klommen we. Wat is het hier toch mooi! Tot dat, net na een bocht, de weg geblokkeerd werd door een lawine van sneeuw en gruis. Waarschijnlijk was dit net gebeurd. Dwars over de weg, geen doorkomen aan. Samen met een stoere wielrenner verbaasden we ons over deze blokkade. Er zat maar een ding op, omkeren en terug naar beneden, dezelfde weg als we gekomen zijn. Zeker 30 km dalen. Terwijl wij naar beneden reden kwam ons een politiewagen tegemoet. Zeker om poolshoogte te gaan nemen.

Net vóór Rieti konden we een andere tussenweg nemen naar Leonessa. Ook mooi, maar lang niet zo spectaculair. 

We staan op de cp in Leonessa, bij het politiebureau, wie doet ons wat! Samen met nog een ouder stel. Zij werden net wakker van hun siësta. Voordat we gingen eten zijn we nog even het dorp in gelopen ter verkenning en voor een dik ijsje. We vonden dat we dat wel verdiend hadden. Het is een oud dorp met tussen de straatjes leuke smalle steegjes. Op het plein voor de kerk waren dames bezig een portret te maken van gekleurde houtsnippers, met een opschrift 1917 – 2017. Iets (een vrouwenfiguur) bestond dus 100 jaar. Kinderen liepen met bloemen, iedereen was netjes gekleed. Bij de poort van het dorp verzamelde zich een menigte om zo een optocht te vormen. Men wachtte ergens op. Bussen werden uitgeladen evenals busjes met gehandicapten. De pastoor verscheen in vol ornaat en even later galmde er een geluidswagen, met, je houdt het niet voor mogelijk: het Ave Maria, dat vreselijk vals klonk. Er werd een houten Mariabeeld uitgeladen en op een draagbaar onder luid applaus de stad binnengedragen. Wat een poppenkast! Wij als niet Katholieken, keken naar een optreden alsof Sinterklaas werd binnengedragen. Wat er precies gevierd werd is ons tot op heden een raadsel.

Leonessa

Area Comunale,  Piazza 7 Aprile, bij politiebureau

GPS: N42.564220  E12.961580, gratis

Dag 25. Zondag 14 mei

Van Leonessa naar Bevagna. 114 km

Het eerste wat Joop vanmorgen had willen doen is brood halen maar dat is niet gelukt. Hij kreeg wel van meneer pastoor, nu in bruin habijt, de zegen en een stukje ouwel aangeboden, maar voor vandaag had dat niks geholpen. Dat lees je later wel.

De route van Dag 25

Om 09.30 uur onder een strak blauwe lucht weer op weg, dwars door het nationale park Monte Sibillini richting Monteleone di Spoleto (S471) en Cascia. Van hieruit naar Nòrcia S396. Nòrcia is de geboorteplaats van de heilige Benedictus, geboren in ca 480 en grondlegger van het kloosterwezen in Italië. Op 14 januari 1703 werd Nòrcia getroffen door een aardbeving met een kracht van 6,7 op de schaal van Richter. Het dodental bedroeg toen tussen de 6 en 10.000. In 2016 werd Nòrcia tweemaal in korte tijd getroffen door aardbevingen. 1 vond plaats op 24 aug. met een kracht van 6,2 op de schaal van Richter en 1 op 30 oktober gevolgd door een schok van 6,5. Deze laatste schok richtte veel schade aan in het historische centrum. Veel van de historische gebouwen zijn ten ondergegaan tijdens deze aardbevingen, waaronder de kathedraal.

Onder deze Benedictuskerk liggen de laatste restanten van een Romeinse tempel en het hele plein ligt boven op het oude forum. Nu is het één en al puin wat je ziet. Bijna het hele centrum was afgesloten. Ik had graag de Romeinse tempel willen bezoeken, maar helaas. Volgens het vrouwtje in de winkel waar we ham en worst hebben gekocht heeft het hier 7 dagen geschud.

Nòrcia staat gelijk aan heerlijkheden als truffels en salami. We hebben er rondgesnuffeld en geproefd van heerlijke truffelworst.

Het is ons gelukt om via Campi, Predivalle en Preci te rijden en dat was nog een hele kunst, want ook hier hebben de aardbevingen van 2016 hun afschuwelijke werk gedaan. Een bord wees ons de weg naar de abdij di S. Eutizio waar een restaurant annex pizzeria moest zijn. Een kleine weg leidde naar boven, maar alles was ook daar afgezet en de abdij gesloten. Te gevaarlijk wegens instortingsgevaar en de borden waren (nog)niet weggehaald. Daar ging onze pizza.

Eerst was het Alberobello waar alles roze was versierd, nu kwamen we telkens afgesloten wegen tegen, allemaal afgezet omdat de Giro ergens in de buurt rondreed, of nog langs moest komen. Ook de weg naar Visso was afgesloten. We moesten de boel weer omgooien en kozen voor de weg naar Spoleto, maar dan wel binnendoor. We waren inmiddels nodig aan een pizza toe. Joop zag in zijn verbeelding overal pizzaborden staan, maar nergens had ie geluk. Tot in Spoleto toe.

Midden in het centrum was nog een parkeerplekje precies groot genoeg voor ons. Terwijl Joop inparkeerde en heel goed op de stoeprand lette, was hij vergeten dat er ook nog een muurtje stond met een uitstekend dakje ter hoogte van de achterlampen. Heel zachtjes maar net hard genoeg, toch nog een klap, oeps, er tegen aan. De arme ziel. Hij had zo goed gereden en was alle gevaren de baas geweest, prima gehandeld bij de gevaarlijke afdalingen en nu zo iets stoms. Hij kon zich wel voor de kop slaan. We hadden nu beiden geen zin meer in een pizza. We hebben de schade opgenomen en nog even gekeken of wij met deze deuk en een kapot achterlicht konden rijden. We wagen het er maar op, Spoleto uit en wegwezen hier, weg van de plaats des onheils. Op naar de camping in Bevagna. We hebben ons verdriet maar weggegeten met een gebakken eitje met brood. De boel is geplakt voor het geval het gaat regenen, maar zo kunnen we niet naar huis. Er zal een nieuw achterlicht moeten komen. 

De camping is een familiebedrijf en de campingeigenaar is, gelukkig voor ons, getrouwd met een Hollandse. Dat praat wel een stuk gemakkelijker als je een garage moet hebben. Gelukkig is alles maar materiële schade, maar het wordt op deze manier wel een dure vakantie zo. Eerst een andere wc cassette en een wieldop, de reparatie band, inbraak met een nieuwe ruit en schade, nieuwe riemen en nu dit grapje weer. Was Joop maar nooit die pastoor tegengekomen. 

Camping Pian di Boccio

via Pian di Boccio 10, 06031 in Bevagna,

N42.912630  E12.585980

Dag 26. Maandag 15 mei

Bevagna heen en terug

Of het nu aan de warmte lag of toch aan het malen in je hoofd omdat je niet wist hoe het nu verder moest, maar allebei hebben we slecht geslapen. Midden in de nacht had Joop het fiat-boekje bijna uit z’n hoofd geleerd. Is het toch nog ergens goed voor geweest. Eerst maar ontbijten. Ik had gisteren gelukkig brood besteld voor vandaag en bijna voor het eerst was dit nu eens lekker brood. Meestal vonden we het brood slecht, zoutloos en hard. Vooral in het zuiden van Italië hadden ze b.v. geen lekkere broodjes. Joop ging eerst bij de receptie maar eens vragen naar een adres van een fiat-garage en daarna hebben we de verzekering per e-mail van de schade op de hoogte gesteld. Er was een fiat-garage in Foligni, 12 km verderop. We hebben deze garage opgezocht om de schade te laten zien, zodat zij een achterlicht konden bestellen. Onderweg kwamen we alweer borden tegen van de Giro. We hebben een afspraak kunnen maken voor morgen om 16.00 uur. Hoe we dan in Foligni moesten komen dat zou nog heel spannend worden, want er was de volgende dag een tijdrit (10e etappe), van Foligni over Bevagna naar Montefalco. Als het nou een gewone etappe was in de wielerronde dan was de hele groep zo zoef voorbij, maar met een tijdrit kan het de hele dag duren. Alles werd afgezet. De dranghekken stonden al klaar. 

De camping liep al aardig vol met wielerfanaten. Er was zelfs een koppel bij die de ronde volgde vanaf Sicilië.

Niet om het één of ander maar het was een vakantie van gekke, hele gekke en hartstikke zotte gebeurtenissen, met veel pech en bovendien kostte het ook nog een paar centen.

Dag 27. Dinsdag 16 mei

Van Bevagna naar Spello. 71  km

Ik ben vandaag begonnen met het uitspoelen van de was die gisteren op de ouderwetse manier in de tupperware emmer is gestopt.  Ik heb alles op de hand gewassen want de machine van de camping was stuk en de monteur kon niet komen vanwege de tijdrit van de Giro. Het parcours ligt 2 km verderop.

kaartje vd tijdrit

Van camping naar garage

We hebben door de vrouw van de baas eerst laten bellen naar de garage of het achterlicht wel was aangekomen anders reden we dat stuk helemaal voor niks. Ja hoor we konden komen, het gaf niet hoe laat. Het bleek nog een hele toer te zijn, want overal kwamen we afzettingen tegen. We hadden wel een kaartje mee gekregen hoe te rijden maar zijn toch een paar keer verkeerd gereden. Er zat zelfs een zandweg tussen. Mijn paniekzaaier had het niet meer omdat hij dacht dat hij te laat zou komen. We hadden afgesproken dat als de boel niet kon worden gerepareerd we terug zouden komen, maar bij nader inzien leek me dat een mijl op zeven. Weer dat hele eind terugrijden. Iets ten noorden van Foligni lag bij Spello ook een camperplaats.

Het onderdeel was wel goed, maar de stekkertjes die op de juiste manier moesten passen waren niet goed. Uiteindelijk heeft men voor een tussenoplossing gekozen d.m.v. het plaatsen van een verlengkabeltje. De camper werd doorgemeten, maar omdat niemand ook hier geen woord Engels sprak was de communicatie erg stroef. We moesten er thuis wel naar laten kijken, want het was maar provisorisch opgelost. Hoezo Fiatgarage?

Bij Spello hebben we een camperplaats gevonden waar we de nacht hebben door gebracht. Inmiddels was het al weer 18.15 uur en de lang beloofde pizza kon worden gescoord bij de pizzatent in Spello. Door schade en schande kom je er dan achter dat pizza’s alleen worden geserveerd in de avond na 19.00 uur, liefst nog later. We mochten wel eerst wat drinken en wachten tot de kok aanwezig was, maar na uren in de garage te hebben gestaan waren we het zat en zijn richting cp gereden. Die pizza’s schijnen niet te mogen.

Op de cp heb ik maar wat in elkaar geflanst en zijn we om 21.00 uur met de kippen op stok gegaan. We waren doodmoe van alle tegenslagen en de warmte. Het was de dag dat Tom Dumoulin de tijdrit heeft gewonnen en in de roze trui mag starten.

Camperplaats bij Spello, bij sportpark

GPS: N42.994110  E12.667440

 

Spello.

Dag 28. Woensdag 17 mei

Van Spello naar Foligni naar Cortona. 124  km

We staan bij het sportpark en er werd behoorlijk heen en weer gereden gisteravond maar ondanks dat de cp aan een doorgaande weg lag was het vannacht toch lekker rustig. Er bleek nog een camper te hebben gestaan volgens Joop, maar ik heb niks gemerkt, lag voor dood. Uit balorigheid hebben we niks betaald, terwijl er wel een parkeerautomaat stond. Ik vond het niet de moeite, er was ook geen service.

De route van Dag 28

Nu we toch aan het uitgeven waren hebben we besloten om ook maar meteen nieuwe banden te kopen voor de voorkant. We konden er heus nog wel mee thuiskomen maar ze slijten wel erg hard met die slechte wegen. Dus terug naar Foligni. We hoopten dat ze de bandenmaat in voorraad hadden. In de tussentijd heb ik aan de overkant van de grote weg de boodschappen gedaan zodat we, zodra we klaar waren meteen op weg konden.

Om 11.30 uur reden we weer, op weg naar Assisi. We wilden toch proberen om Assisi te bezoeken. We moesten toch wel wat van de beroemde steden te zien krijgen. We waren niet voor niets in Italië.

We zijn helemaal de heuvel op gereden Assisi in, maar alle parkeerplekken waren alleen voor personenauto’s. Down Hill bij Porto Novo kon je wel de camper kwijt en dan kon je met 2 roltrappen Assisi in. Heel handig, maar niet voor ons als je een hond bij je hebt die niet op een roltrap mag. Als er nou een lift aanwezig was! Langzaam daalden we weer af, terwijl ik onderweg stiekem de steegjes in gespiekt heb. Wat ontzettend jammer, want deze stad leek zo op het oog een kolfje naar onze hand. Na de aardbeving van 1997 is o.a. de basiliek gerestaureerd. De heilige Franciscus is hier geboren en ligt begraven in deze basiliek. Je kan er vast veel over vertellen maar als je er niet geweest bent is het niet eerlijk.

We zijn verder gereden, want Joop kon wel sterven zonder Assisi gezien te hebben. Gelukkig maar. Nog een laatste blik op Assisi en via een grote weg zijn we om Perugia heen gereden. We zijn langs de zuidkant van het Lago Trasimeno gereden en bij Panicale even een stukje van de weg af. Op een cp bij de school even lekker rustig bijkomen van alle belevenissen. Een schattig plekje met mooi uitzicht, maar jammer dat de voorzieningen kapot zijn. Het is woensdag en de kleine schoolbussen rijden af en aan. Ook hier waren de scholen op woensdagmiddag vrij.

We zijn uiteindelijk terechtgekomen in Cortone. Er zijn hier 2 camperplaatsen, voor beiden moet je de heuvel op. De eerste, met uitzicht over de stad, bood geen enkele schaduw en daar wilden we niet staan. Bovendien werd deze gebruikt als sluipweg. Voor de tweede moesten we nog een heel eind de heuvel op. Deze lag op het pleintje bij de kerk St. Margerita. Je had hier ook een prachtig uitzicht. Niet over de stad, maar stukken verder. In westelijke richting kan je zelfs bij helder weer de Monte Amiata (1738 m) zien.

De kerkdeuren stonden open en auto’s reden af en aan, bezochten de kerk en gingen na een minuut of 10 weer weg. Het is een heerlijk plekje, ook voor grootouders met hun kleinkinderen, zo onder de bomen, een keuvelplekje voor oude mannetjes om samen de dag door te nemen en voor ons om zonder het lawaai van verkeer bij te komen van alle indrukken. Via een trap achter het Santuario kom je in de stad Cortone.

Er gaat iets verderop bergop nog een pad richting kasteel. De camperplaats heeft geen voorzieningen, maar bij de kerk kan je in een winkeltje warme en koude dranken kopen. Het lijkt op zelfbediening.

Er staat nog een camper, maar die heeft al veel plekjes uitgeprobeerd omdat hij geen ontvangst kreeg op zijn tv-schotel.

Ik denk dat het vandaag zeker 300 is geweest en in de avond begon het te waaien en lekker af te koelen. Wat zullen wij lekker slapen vannacht onder de hoede van Margerita.

Cortona

Parking Fortezza, Via di Fortezza, bij het fort, Mix P

GPS: N42.276440  E11.993470, gratis, geen voorzieningen. Prachtig uitzicht 

Dag 29. Donderdag 18 mei

Van Cortona naar San Piero a Sieve. 187  km

Wat een prachtig plekje was dit, maar helaas zonder voorzieningen. Cortona is één van de oudste steden van Toscane en ligt op 650 m hoogte op de berg Monte St. Egidio. De drukte concentreert zich vooral op de pleinen Signorlli en Replublica waar het palazzo Comunale is met zijn indrukwekkende trap en klokkentoren. De Via Janelli is een klein straatje waar nog overhangende Middeleeuwse huizen zijn.

Om Cortona in te kunnen moesten we eerst de heuvel afrijden, maar voor campers was nergens een parkeerplek. We waren toch vroeg genoeg en voordat je het besefte was je alle mogelijkheden alweer voorbij. Om toch nog iets te bezoeken togen we naar Arezzo. Ik had thuis opgezocht dat ook hier weer 2 cp’s waren.

De route van Dag 29

Arezzo is één van de rijkste steden van Toscane. Het is bekend om haar goud (juwelierswinkels), kunst en de vele antiekwinkels. Arezzo was een belangrijke Etruskische stad en maakte deel uit van de Etruskische Twaalfstedenbond. Na de 3de eeuw werd het Romeins en maakte het grote bloei door vanwege de vervaardiging van aardewerk.

De Chimaera is het symbool van Arezza, het mythische monster met leeuwenlijf en drie koppen. Verder zijn er veel mooie gebouwen. w.o. de basiliek di San Francesco.

We reden dwars door de stad. Het krioelde links en rechts. Menig keer heb ik me afgevraagd of Italië te weinig parkeerplekken heeft, of dat er zoveel blik op straat is dat dat de reden was dat wij bijna nooit een plekje konden vinden. De auto’s werden maar luk raak neergekwakt of dubbel geparkeerd. Je moest ogen van voor en achter hebben. Eindelijk hadden we de cp gevonden in een woonwijk, wat luguber. Bovendien een heel eind uit het centrum.Je moest eerst een heel stuk lopen en daarna weer roltrappen om naar het centrum te komen. Dat was geen optie voor ons. Alweer jammer. We laten ook deze stad maar voor wat hij is en trekken de natuur in. Iets wat ons beter ligt. Voor ons vanaf nu geen steden meer.

We trokken naar het noorden en bij Rassina zijn we rechtsaf geslagen naar La Verna (1283 m). Een mooie klim met mooie vergezichten en veel bochten. Te midden van eeuwenoude beuken- en sparrenbossen liggen belangrijke spiritualistische oorden zoals La Verna en Camaldoli. Het klooster, la Verna, werd in 1213 gesticht door St.-Franciscus van Assisi. Op 14 sept. 1224 ontving hij hier de stigmata, de wonden van Christus. Het religieuze complex van Camaldoli wordt gevormd door het Monastere di Fontebuana dat bestemd was voor de pelgrims en het Eremo (kluizenaarsoord) voor de monniken. Dit hele gebied (Toscane) ligt ten oosten van Florence.

Op de cp bij La Verna hebben we ons gekochte brood geprobeerd. Een groot brood dat ook nog zoutloos was. Wat een miskoop! Ik hoop dat de vogeltjes, de muizen of wat dan ook het wel een feestmaal zullen vinden

Van La Verna naar Bibbiena. Een prachtige rit waar Joop helemaal aan zijn trekken kwam, lekker muziekje op en met een rustig gangetje. Bij Bibbiena, nog snel even wat  dingen ingeslagen en weer op weg via Poppi (met kasteel), Stia, Londa naar Borgo S. Lorenzo. Wat een schitterend landschap.

Omdat de bezoeken aan de steden in het water waren gevallen, zijn we veel verder gekomen dan we hadden gedacht. Na wat moeilijkheden bij Borgo ivm een kermis zijn we terecht gekomen in San Piero à Sieve. We hebben deze maar genomen al stond ie ons niet echt aan. We hadden genoeg gereden vandaag. Aan de rechterkant stonden allemaal campers die er gestald stonden door bewoners als stallingsplek.

’s Avonds hebben we nog lekker buiten Yahtzee gespeeld. De stand is nu 16-8.

Area Comunale, San Piero à Sieve

GPS: N43.961950  E11.328340

Dag 30. Vrijdag 19 mei

Van San Piero à Sieve naar  Fenestrelle.  489  km

Deze dag hadden we een flinke reis voor de boeg. We wilden dicht bij de Franse grens komen en voor de eerstkomende jaren, zeggen we Italië vaarwel. We namen de autobaan wetende dat de secundaire wegen abominabel slecht waren. Joop vond dit niks maar moet er deze keer aan geloven. Eerst brood halen. Niet te veel, want ik had er een handje van te denken dat we omkwamen van de honger. Het stuk dat net uit de oven kwam leek erg lekker te zijn.

De route van Dag 30

Meteen na San Piero ging het omhoog naar 882 m, Giogo di Scarperia. Joop mocht nog even proeven van de prachtige natuur met al zijn haarspeldbochten voordat we de autobaan op zouden rijden, richting Firenzuola, Een stukje terug richting de Passo della Futa (903 m). Ongeveer 40 km ten noorden van Florence reden we de autobaan op en de provincie Emilia Romana in. We hebben pas weer bij Pinerolo (Piemonte) de autobaan verlaten.

We reden dwars door de Po-vlakte via Bologna, Modena, Reggio E., Parma, Piacenza, Allesandria, Asti en ten zuiden van Turijn gaan we richting Pinerolo waar we de autobaan verlaten en met SS23 rijden we naar Sestriere.

We hebben onderweg nog geprobeerd bij een wegrestaurant een pizza te scoren in de hoop dat ze zich bij zo’n restaurant niet houden aan de tijden van het serveren van pizza’s, maar helaas het mocht niet baten. We zullen Italië moeten verlaten zonder pizza’s. We hebben slechts 1 keer van deze lekkernij mogen proeven op de camping in Certaldo, bij die meisjes die Joop het hoofd op hol had gebracht. Wat is dat al lang geleden en wat is er sindsdien veel gebeurd.

We zijn beland op de cp bij Fenestrelle op een hoogte van 1154 m aan de SS23. Hier hebben we al eens jaren geleden gestaan, maar de cp is er bepaald niet op vooruit gegaan. Evenals de camping die hieronder ligt. Die heeft zeker ook een opknapbeurt nodig, net als vele campings en cp's in Italië. We hadden ons, bij gebrek aan pizza, onderweg getrakteerd op een heerlijk broodje met van alles er op, dus hoefden we nu alleen maar ons gekochte stuk, ik dacht, focaccia brood te eten. Vol goede moed begon Joop hier aan, maar brak bijna zijn gebit op een vreselijk hard stuk. Wat dit nu weer voor brood was! Het zag er zo lekker uit! Wat hebben de vogeltjes het toch goed bij ons.

Het wordt guur en het begint te waaien. We zijn verwend de laatste dagen met het weer, dit wordt wellicht een koud nachtje. De 500 MB van het wifi-apparaat om internet te kunnen ontvangen is ook op in deze 4 weken. Whats-appen wil niet meer, evenals de krant lezen. De camper ziet er niet uit zo smerig, van binnen en van buiten. Het wordt tijd dat we huiswaarts gaan.

Area Comunale, Fenestrelle, Op 1150 m hoogte bij het kerkhof

GPS: N45.039010  E07.045820

Dag 31. Zaterdag 20 mei

Van Fenestrelle naar Pont-en-Royans (Frankrijk). 245 km

De route van Dag 31.

Het was voor ons de laatste dag in Italië. Ja, en als je dacht: ach ze zijn bijna thuis, die zullen wel niet zo veel meer beleven, dan heb je het mis. We zijn op tijd opgestaan (07.30 uur) onder alweer een strak blauwe hemel en dat was een verrassing, want gisteravond leek dat er niet op. 

Naar de Col Magdalena                            Naar de top                                                Op de top                                   Afdalen naar Frankrijk

We boften maar weer met zulk weer en uitzicht en om 08.45 uur reden we op weg naar de Col de Montgenèvre en Frankrijk. Het was geen moeilijke klim naar Sestriere, dat een echt wintersport gebied is. Zo doods als een pier om deze tijd van het jaar en een hele slechte weg dwars door Sestriere. Ach, als er sneeuw ligt merk je er niks van. Na Sestriere daalden we weer. Meteen achter de 2e tunnel lag Frankrijk. Ik kon me herinneren, toen we van de andere kant kwamen, dat je na de eerste tunnel een prachtig uitzicht had met in de diepte Sestriere. Als je andersom rijdt is alles toch heel anders.

Af en toe wordt Guusje vervloekt omdat ze ons telkens om de steden heen dirigeert en dat was niet altijd de bedoeling. Bovendien had ik dat niet meteen in de gaten. Zo missen we weleens winkels, in dit geval een bakker en die hadden we nu hard nodig na al dat flauwe en harde brood.

We zijn dus om Briançon heen gereden en op weg richting de Col du Lautaret stonden borden waarop te lezen was dat het verboden was voor campers zwaarder dan 3,5 ton en voor vrachtverkeer, omdat de weg naar Bourg d’Oisans afgesloten was. Gatver! Toch kwam er verkeer van de andere kant. Wel was het rustig. Te rustig? We genoten van de omgeving en maakten ons niet druk. Verbaasden ons over het majestueuze gebergte rondom.

Heerlijk rustig op een doorgaande weg, maar toen we uiteindelijk toch werden aangehouden door de politie, omdat we volgens hun in een camper reden, hebben we het argument gebruikt dat we absoluut in Le Bourg- 'Oisans moesten zijn. Er werd gekeken in onze autopapieren naar de omschrijving van de auto. Stond er camper? Nee. Bovendien waren we beneden de 3,5 ton. Tenslotte kregen we toestemming om door te rijden alleen op eigen risico. Als we dit niet hadden gemogen dan hadden we terug moeten rijden naar Briançon en over Gap moeten gaan, zo’n 3,5 uur omrijden dus. Het was het leugentje wel waard.

Vrij snel na de controle kwam een haakse bocht naar links en via een wel heel smalle weg kwamen we aan de overkant van het stuwmeer terecht, het Lac du Chambon. Geen overbodige waarschuwing was dit op eigen risico. Gelukkig was het niet druk en met af en toe een stoplicht omdat het wel heel smal werd en omdat er bij een bocht geen zicht was, hebben we dit traject zonder kleerscheuren kunnen afleggen. Deze situatie duurde al 1 ½ jaar en omdat de plaatselijke commercie hier veel schade van ondervond heeft men een omleiding aangelegd. Aan de overkant van het stuwmeer moest een tunnel komen. 

We hebben ons in Bourg d’Oisans eens lekker laten verwennen en om 15.00 uur reden we weer. Joop wilde vandaag zover mogelijk zien te komen om morgen het laatste stukje niet ver meer te hoeven rijden.

Via Grenoble en Lans-en-Vercors. Hier was ook een cp, maar het was nog veel te vroeg. We reden een schitterende klim met een prachtig uitzicht over de stad Grenoble. De volgende poging was Villard-de-Lans, maar wat leuk leek bleek helemaal niet leuk te zijn. De cp was helemaal vol, er was geen enkele plek en het leek er op dat hier campers stonden die er al heel lang stonden. Bovendien was men met het aanleggen van de riolering bezig, dus heel smal. Hadden we dan toch die cp bij Lans-en-Vercors moeten nemen?

Zicht op Grenoble

Montagne de Lans

Toch maar weer doorrijden, door de Gorges de la Bourne. Gelukkig dat je niet alles van tevoren weet, want we kregen me toch een Gorges voorgeschoteld. Zo smal en met zo veel overhangende rotsen. Menig keer moest Joop een heel stuk naar links om de overhangende rotsen te ontwijken. Hij had geen idee van hoogte. Af en toe raakten de rotsen aan de overkant bijna de rotsen aan deze kant. Maar goed dat er weinig tegenliggers reden. Het was erg vermoeiend en verrassend zo aan het einde van een lange rijdag. Ik had dit niet voorzien op de kaart. Er stonden ook geen borden aan het begin van de kloof met een mededeling. Het was zo smal dat ik moeite had met uit het raam  hangen om foto’s te maken. 

Met zweet in de handen zijn we tenslotte beland op de camperplaats in Pont-en-Royans, een voormalige camping, aan de rivier de Bourne. Een idyllisch plekje. Het kantoortje was dicht maar de beheerder kwam later 10 € p.n. ophalen of je nu gebruik maakte van stroom en water of niet. Eenheidsprijs. Er stonden al 3 campers waaronder een Belgisch stel. Hij fietste veel in de omgeving maar had de Gorges de la Bourne (nog) niet gedaan.

Aire de Camping-Car Les Seraines,

Pont-en-Royans

GPS: N45.063120  E05.336220, 10 €

Dag 32. Zondag 21 mei

Van Pont-en-Royans naar huis.  442 km

De route van de laatste dag, no 32.

Dwars door Frankrijk, van oost naar west en v.v. vergt veel meer tijd dan van noord naar zuid en v.v., vooral zoals wij dat willen rijden, geen grote wegen, alleen lekker binnendoor.

Pont-en-Royans ligt aan het begin van het Nationaal park du Vercors en beslist een gebied dat voor verdere verkenning vatbaar is. Ook St Nazaire, de volgende halte, is een leuke plaats en wat ik in Italië zo gemist heb zijn de bakkers. In deze omgeving waren een paar grote winkels annex bakkers. We hebben eerst een rondje rotonde moeten doen om de ingang van zo’n grote winkel te zoeken. Bij zo’n bakker liep het water me in de mond van zoveel lekkers. Heerlijke broodjes, prachtig gebak, kant en klare belegde stokbroodjes. Heerlijk, je zou zo van alles meenemen. Het was net alsof we voor het eerst na lange tijd weer in Nederland kwamen en ons trakteerden op een kroketje of een zoute haring. Met armen vol lekkers weer bij de camper waar Joop zijn hoofd bleef schudden.

We zijn gisteren gelukkig verder gekomen dan eerst de bedoeling was, maar toch bleef er voor vandaag nog genoeg over aan kilometers. We zijn daarom vroeg vertrokken vanmorgen. En omdat wij een aantal maanden per jaar in Frankrijk wonen eindigt hier onze reis naar Italië voor de lezer van dit reisverhaal. Wij gaan naar ons eigen stekkie en u naar de Uwe. We waren om 19.00 uur eindelijk thuis en hebben een goede reis gehad, een fijne maar voor ons doen een dure vakantie met veel pech. We zijn blij dat we Italië weer eens hebben gezien maar voorlopig niet weer.

 

Een heel goede reis verder.